De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur in geschillen over de heffing van belastingen het wettelijke bestuursorgaan is, niet de Belastingdienst als geheel.
Een man was onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld voor fraude met een gastouderbureau. Op diens verzoek zijn stukken uit het strafrechtelijke FIOD-dossier aan de inspecteur ter beschikking gesteld, die aan de hand daarvan aanslagen oplegde. De fraudeur vindt dat de inspecteur het volledige strafdossier als op de zaak betrekking hebbende stukken moet overleggen. Hof Den Haag heeft dit standpunt verworpen en daarom is de man in cassatie gegaan.
Definitie bestuursorgaan volgens Algemene Wet Bestuursrecht
De Hoge Raad oordeelt dat niet de Belastingdienst in zijn geheel, dus inclusief de FIOD, het bestuursorgaan volgens de Algemene Wet Bestuursrecht is, maar de inspecteur. Stukken die zijn opgesteld of vergaard door een ambtenaar die behoort tot een ander organisatieonderdeel van de Belastingdienst, zoals de FIOD, of door personen of instellingen buiten de Belastingdienst, zoals het OM, kunnen niettemin ook op de zaak betrekking hebbende stukken vormen. Echter, alleen indien deze stukken:
- de inspecteur ter raadpleging ter beschikking staan of hebben gestaan en
- van belang kunnen zijn voor de beslechting van de (nog) bestaande geschilpunten.
Elk stuk uit het strafdossier zal moeten worden getoetst aan de twee voornoemde voorwaarden.
Inspecteur hoeft strafdossier niet volledig op te vragen
De inspecteur is in zijn verzoek aan de officier van justitie om gegevens uit het strafdossier beschikbaar te stellen, niet gehouden altijd het volledige strafdossier op te vragen. Hij hoeft namelijk zelf geen selectie te maken uit het volledige dossier. De inspecteur kan volstaan met de door de FIOD gemaakte selectie van stukken die hij voor de belastingheffing van belang acht. Niet gesteld is dat het hof had moeten aannemen dat de FIOD bij de selectie van stukken die aan de inspecteur zijn verstrekt, stukken heeft achtergehouden die voor de behandeling van de onderhavige zaak van belang kunnen zijn.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.
Wet: art. 8:42 AWB
Bron: Hoge Raad 25 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:995, 19/03033
Geef een reactie