De staatssecretaris van Financiën heeft een cassatieberoep ingetrokken tegen de vernietiging van een vergrijpboete. Deze boete was gebaseerd op wilsafhankelijke materiaal: een suppletieaangifte omzetbelasting.
Op 19 november 2021 oordeelde Hof Den Bosch dat een suppletie naar haar aard materiaal is waarvan het bestaan afhankelijk van de wil van de belastingplichtige. De Belastingdienst mag een suppletie daarom niet gebruiken voor het bewijs dat de btw-ondernemer een beboetbaar en strafbaar feit heeft begaan. Omdat de fiscus dat toch had gedaan, had het hof de boetebeschikking vernietigd. Zie ook NTFR 2022/69 en ‘Vergrijpboete vanwege suppletie vernietigd’. De staatssecretaris van Financiën was incassatie gegaan tegen deze hofuitspraak. Hij heeft echter dat cassatieberoep ingetrokken.
FE deed suppletieaangifte
De staatssecretaris plaatst daarbij nog de volgende opmerking. Om de balanspost omzetbelasting per 31 december 2014 te kunnen beoordelen heeft de inspecteur een fiscale eenheid (FE) voor de btw om informatie verzocht over deze balanspost. De FE heeft deze informatie verstrekt en daarbij opgemerkt dat over 2013 nog een bedrag aan omzetbelasting is verschuldigd. De FE beloofde daarom een suppletieaangifte over 2013 in te dienen. Deze belofte had zij enkele dagen later vervuld.
Suppletieaangifte is inderdaad wilsafhankelijk materiaal
Het hof had vastgesteld dat betalingsvergrijpboete was gebaseerd op de brief met informatie en de suppletie die de FE had verstrekt. Deze vaststelling is volgens de staatssecretaris van feitelijke aard. Gezien de stukken van het geding is deze vaststelling evenmin onbegrijpelijk. Het hofoordeel dat verstrekte stukken wilsafhankelijk materiaal vormen, is conform het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:1351). Zie ook NTFR 2021/3308 en ‘Informatie uit suppletieplicht geen bewijs beboetbare feiten’. De staatssecretaris komt daardoor alsnog tot het inzicht dat het hof de vergrijpboete terecht heeft vernietigd.
Besluit: art. 15 Uitv. Besl. OB 1968
Bron: Ministerie van Financiën 30 december 2021, nr. 2021-0000026758
Geef een reactie