Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat vaststaat dat het aan de klant gegeven advies onjuist is en kwalificeert als beroepsfout van de adviseur. De klant moet echter aannemelijk kunnen maken dat hij voor een ander advies zou hebben gekozen om hetzelfde doel te kunnen bereiken.
De eiser in deze procedure was eigenaar van een bedrijf. Hij was in gemeenschap van goederen gehuwd en had samen met zijn echtgenote drie kinderen. De man wilde een deel van zijn ondernemingsvermogen met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling SW (BOR) schenken aan zijn kinderen. Ook was een wens van de man dat de vermogens van de kinderen gelijk zou worden getrokken. Op 21 augustus 2018 is tijdens een bespreking tussen de familie en hun adviseur gesproken over ‘schenking onder last’. Op 17 oktober 2018 heeft de schenking plaatsgevonden. Daarbij is 1/3e deel van de onderneming geschonken aan elk van de kinderen. Twee kinderen hebben daarbij een last opgelegd gekregen. Van belang is dat Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2018:2577) heeft bepaald dat schenking onder een last is te beschouwen als een tegenprestatie in de zin van art. 4.17c lid 2 Wet IB. Daardoor wordt over de hoogte van de last direct inkomstenbelasting verschuldigd. De adviseur heeft de uitkomst van deze uitspraak niet in zijn advies betrokken.
De procedure bij Rechtbank Oost-Brabant
Bij Rechtbank Oost-Brabant is in geschil of de adviseur zich kan beroepen op het vervalbeding in de algemene voorwaarden. Ook wil de zakenman een schadevergoeding vanwege het advies om te schenken onder een last om de vermogensongelijkheid tussen de kinderen gelijk te trekken.
Beroep op vervalbeding in algemene voorwaarden
De rechtbank oordeelt dat een beroep op het vervalbeding in de algemene voorwaarden van de adviseur naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In het beding staat dat elk recht op schadevergoeding vervalt 12 maanden na intreden van de gebeurtenis waaruit de aansprakelijkheid voortvloeit. Op het moment dat de zakenman van de fout op de hoogte is gekomen, was de vervaltermijn al verstreken ofwel had de zakenman maar een paar weken de tijd om zijn recht op schadevergoeding zeker te stellen.
Geen causaal verband advies en geleden schade
De aansprakelijkheid van de adviseur voor het foute advies staat vast. Dat geldt niet voor het causale verband tussen de beroepsfout en de door de man gestelde schade. De adviseur stelt dat de man ook voor de schenking onder last zou hebben gekozen als hij wel op de hoogte was van de uitspraak van Rechtbank Gelderland en de daaraan verbonden gevolgen wat betreft de acute IB-heffing. Reden is met name de wens om de vermogens van de kinderen gelijk te trekken en het feit dat de schenking niet is vernietigd. Ook stelt dat adviseur dat er geen alternatieven zijn om de vermogensongelijkheid op te heffen zonder fiscale consequenties. De rechtbank stelt de geleden schade in twijfel. De man moet voor de schade aantonen hoeveel goedkoper hij uit zou zijn geweest als hij zou hebben gekozen voor een alternatieve wijze van vermogensgelijktrekking.
Wet: art. 7:400 BW
Geef een reactie