Hof Amsterdam is van oordeel dat het belastbare feit voor de overdrachtsbelasting de verkrijging van een onroerende zaak is. Bij levering van meer onroerende zaken in één leveringsakte, vormt elke geleverde onroerende zaak afzonderlijk het belastbare feit.
Een bv maakte onderdeel uit van een concern. Op 16 april 2008 kregen diverse vennootschappen van het concern in totaal 147 onroerende zaken geleverd voor een prijs van € 274 miljoen. De bv kreeg 47 onroerende zaken en daaraan werd een koopprijs toegekend van € 60,5 miljoen. De Rijkstaxateur taxeerde de 47 onroerende zaken op € 90,8 miljoen. De Belastingdienst had na een boekenonderzoek een naheffingsaanslag opgelegd en een boete. Na bezwaar is de boete vernietigd. In hoger beroep is bij Hof Amsterdam de grondslag voor het bepalen van de overdrachtsbelasting voor de 47 onroerende zaken in geschil.
Compromis
Tijdens de zitting bij het hof hebben de bv en de inspecteur een compromis bereikt over de naheffing. De door de bv verkregen onroerende zaken hebben een waarde in het economische verkeer van € 77 miljoen in plaats van de € 60,5 aangegeven waarde.
Connexiteitsargument
Op verzoek van de bv en de Belastingdienst heeft het hof, ten overvloede, ook nog zijn oordeel gegeven over het ‘connexiteitsargument’. De bv meent dat de koopovereenkomsten en leveringsakten sterk met elkaar samenhangen. De beoordeling voor de grondslag overdrachtsbelasting alleen in deze samenhang kan plaatsvinden. Een verhoging in de koopsom van een bepaald object heeft een omgekeerd effect op de koopsom van andere objecten. De overeengekomen totale koopsom blijft volgens de bv bepalend.
Verkrijging onroerende zaak bepalend
Het hof oordeelt dat het belastbare feit voor de overdrachtsbelasting gevormd wordt door de verkrijging van een onroerende zaak. Bij levering van meer onroerende zaken in één notariële akte, doet zich voor levering van elke onroerende zaak afzonderlijk het belastbare feit voor. Dit geldt ook voor een overeengekomen zakelijke koopsom voor een portefeuille onroerende zaken met een hoofdovereenkomst en deelovereenkomsten. En de hoofdovereenkomst daarbij de bepaling bevat dat de volgens die overeenkomst gesloten deelovereenkomsten ondeelbaar zijn. De inspecteur moet voor elke onroerende zaak zo nodig aantonen dat de waarde in het economische verkeer hoger is dan de eraan toegerekende koopsom volgens de hoofdovereenkomst.
Wet: art. 9 lid 1 WBRV
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam 19 januari 2021 (gepubliceerd 24 februari 2021), ECLI:NL:GHAMS:2021:483, 19/00273
Opleiding vastgoedfiscaliteiten: start waar en wanneer u wilt
De opleiding vastgoedfiscaliteiten biedt een unieke combinatie van online en fysieke educatie.
Geef een reactie