Een jaarlijkse notarieel vastgelegde kwijtschelding van huurpenningen voor een ANBI voor een periode van ten minste vijf jaar kan een periodieke gift zijn. Om te voldoen aan de voorwaarde vast en gelijkmatig, geldt dat het laagste van de jaarlijks kwijtgescholden huurpenningen de periodieke gift is.
Een vrouw verwierf in 2011 het vruchtgebruik van een onroerende zaak, haar kinderen het bloot eigendom. Vanaf juli 2011 verhuurde de vrouw het gebouw aan een stichting met ANBI-status. De vrouw schold jaarlijks een deel van de door de stichting verschuldigde huur kwijt. Deze kwijtschelding werd vanaf 2013 in een notariële akte van schenking vastgelegd. De ingangsdatum volgens de akte was 1 januari 2013 en de einddatum 31 december 2017. In de akte was een bepaling opgenomen dat de vrouw de schenkingen kon beëindigen. Dat was het geval als de stichting de uitkeringen voor een ander doel zou gebruiken als waarvoor de uitkeringen waren verstrekt (beëindigingsclausule). De vrouw nam de kwijtscheldingen op als periodieke gift in haar aangifte. De Belastingdienst accepteerde dit niet.
Het geschil
Bij Rechtbank Noord-Holland is in geschil of de Belastingdienst terecht de kwijtgescholden huurpenningen als periodieke giftenaftrek heeft geweigerd.
Periodieke gift
Tussen de inspecteur en de vrouw bestaat overeenstemming over de kwalificatie als gift van de kwijtgescholden huurpenningen. Een gift is een periodieke gift als deze in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen is gedaan. Die uitkeringen moeten eindigen bij overlijden van de schenker en toekomen aan instellingen of verenigingen. Tot 2014 gold als extra eis dat de schenkingen notarieel waren vastgelegd. De vraag is of de kwijtgescholden huurpenningen ook kwalificeren als periodieke gift.
Kwijtgescholden huurpenningen als periodieke gift
De rechtbank komt tot het oordeel dat de schenkingsverplichting is aangegaan voor ten minste vijf jaar. De vrouw kan niet eenzijdig de huurovereenkomst opzeggen. De instelling mag het pand enkel als kerk gebruiken. De kwijtgescholden bedragen kunnen daarom ook niet voor een ander doel worden gebruikt dan waarvoor ze zijn gegeven. De beëindigingsclausule heeft volgens de rechtbank geen betekenis voor de vraag of sprake is van een periodieke gift. De vrouw heeft verder ook geen invloed op de looptijd van de periodieke verplichtingen. De kwijtgescholden huurpenningen kwalificeren als periodieke gift. Een periodieke gift moet vast en gelijkmatig zijn. Om hier aan te voldoen bepaalt de rechtbank dat als periodieke gift het laagste van de kwijtgescholden jaarlijkse huur in aanmerking komt.
Wet: art. 6.34 en 6.38 Wet IB 2001
Basiscursus Estate Planning
Alle relevante aspecten van estate planning vanuit civielrechtelijk en fiscaal perspectief. De cursus biedt de mogelijkheid om kennis te maken met het ‘denken’ als estate planner, en is een uitstekende voorbereiding op de Specialisatieopleiding Estate Planning.
Geef een reactie