In Duitsland geldt voor het vormen van een fiscale eenheid omzetbelasting dat sprake moet zijn van onder meer financiële verbondenheid. Die verbondenheid is er als het overkoepelende orgaan beschikt over de meerderheid van de stemrechten van de andere entiteiten. Die eis is volgens het HvJ EU in strijd met de Zesde richtlijn.
Norddeutsche Gesellschaft für Diakonie (‘NGD’) is een Duitse vennootschap waarin de vennoten deelnemingen van 51% en 49% houden. De bestuurder van NGD is tevens bestuurder van beide vennoten. Beide vennoten beschikten over evenveel stemrecht. In geschil is of NGD en de meerderheidsvennoot een fiscale eenheid vormen.
Prejudiciële vragen verwijzende rechter
De verwijzende rechter legt diverse vragen voor aan het HvJ. (1) Staat de Zesde richtlijn er aan in de weg staat dat het overkoepelende orgaan wordt aangewezen als belastingplichtige? (2) Zo ja, hebben de bepalingen uit de Zesde richtlijn over de fiscale eenheid rechtstreekse werking? (3) Staat de Zesde richtlijn in de weg om voor vorming van een fiscale eenheid te eisen dat het overkoepelende orgaan de meerderheid van de stemrechten in de andere entiteiten moet bezitten? (4) Staat de Zesde richtlijn eraan in de weg dat de entiteiten die in de fiscale eenheid van het overkoepelende orgaan zijn opgenomen als niet-zelfstandige entiteiten worden aangemerkt?
Oordeel HvJ EU
Op de eerste vraag overweegt het HvJ dat het doel van de fiscale eenheid kan rechtvaardigen dat het overkoepelende orgaan als enige belastingplichtige wordt aangemerkt. Voorwaarde is dat dit orgaan zijn wil kan opleggen aan de andere entiteiten van de groep waardoor de juiste inning van btw kan worden verzekerd. Het aanmerken van dat orgaan als enige belastingplichtige mag echter geen risico van derving van belastinginkomsten vormen. De Duitse regeling is hiermee in overeenstemming met de Zesde richtlijn. De tweede vraag over de rechtstreekse werking hoeft dan niet meer te worden beantwoord. Ten aanzien van de derde vraag oordeelt het HvJ dat het houden van een meerderheidsbelang in het aandelenkapitaal voldoende is en dat niet mag worden vereist dat het overkoepelende orgaan tevens de meerderheid van de stemrechten bezit. Tot slot wat betreft de zelfstandigheid geldt dat dit met name is bedoeld loontrekkenden uit te sluiten van het ondernemerschap. De Zesde richtlijn staat er daarom aan in de weg dat entiteiten in de fiscale eenheid als niet-zelfstandige entiteiten worden aangemerkt.
Zesde richtlijn: art. 4 lid 4
Wet: art. 7 lid 4 Wet OB
Bron: HvJ EU 1 december 2022, ECLI:EU:C:2022:943, C-141/20 (Norddeutsche Gesellschaft für Diakonie)
Geef een reactie