De Belastingdienst kan navorderen als de aanslag door een kenbare fout te laag is vastgesteld. Er geldt daarvoor een bewijsvermoeden waarvoor geen tegenbewijs mogelijk is. Van een kenbare fout is sprake als de te weinig geheven belasting ten minste 30% van de volgens de belastingwet verschuldigde belasting bedraagt.
Een vrouw woont in Duitsland. In 2018 is haar echtgenoot overleden. Daarom ontvangt de vrouw in 2019 nabestaandenpensioen. Bij de aangifte 2019 past de vrouw voor deze nabestaandenuitkering de overgangsregeling toe. Daardoor wordt dit pensioen tegen 20% belast. De Belastingdienst doet de aangifte geautomatiseerd af. Na beantwoording van een vragenbrief door de vrouw legt de Belastingdienst een navorderingsaanslag op. Het pensioen is belast tegen het reguliere tarief en de vrouw is niet premieplichtig.
Geschilpunten
In geschil bij rechtbank Zeeland-West-Brabant is of de inspecteur een navorderingsaanslag mag opleggen en of het overgangsrecht voor pensioenen in het belastingverdrag met Duitsland van toepassing is.
Kenbare fout het geautomatiseerd afdoen van de aangifte
De rechtbank oordeelt dat het geautomatiseerd vaststellen van de definitieve aanslag een fout is in de zin van de wet. De gemaakte fout is het niet afwachten op een reactie op het verzoek om informatie. Om na te kunnen vorderen moet de fout voor de vrouw kenbaar zijn geweest. In dat kader geldt een bewijsvermoeden als het verschil tussen de belastingschuld volgens de definitieve aanslag en de belastingschuld volgens de wet ten minste 30% bedraagt. De rechtbank oordeelt dat het verschil meer dan 30% is en dat daarom sprake is van een kenbare fout voor de vrouw. De Belastingdienst mag navorderen.
Nabestaandenpensioen valt niet onder het overgangsrecht
De vrouw is van oordeel dat het pensioen onder de overgangsregeling valt. Haar echtgenoot heeft vanaf 1999 al recht op pensioen. Het nabestaandenpensioen is een ‘aftakking’ van het ouderdomspensioen. De rechtbank is het hier niet mee eens. Door het overlijden van haar echtgenoot is zijn ouderdomspensioen geëindigd en is het nabestaandenpensioen ingegaan. De uitkering van dit nabestaandenpensioen is dus niet vóór 1 januari 2016 ingegaan. Het overgangsrecht van het belastingverdrag met Duitsland is niet van toepassing.
Wet: art. 16 lid 2 onderdeel c AWR
Geef een reactie