Valt de uitoefening of vervreemding van een aandelenoptierecht dat is toegekend in een eerder jaar dan het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de dienstbetrekking met die werknemer is beëindigd? Dan is het optierecht niet van invloed op de hoogte van de pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding.
Een bestuurder was per 1 juni 2010 in dienst getreden van een B.V. Op 1 april 2011 was hij in functie getreden als bestuurder (Chief Financial Officer) van de enig aandeelhouder van belanghebbende van die B.V., een N.V. Op 17 april 2015 waren de aandelen van die N.V. overgenomen door een derde partij waardoor de beursnotering van die N.V. was komen te vervallen. Door die overname trad de bestuurder per 1 juli 2015 uit functie als bestuurder van de N.V. Daarnaast was per 1 juli 2015 de dienstbetrekking van de bestuurder met de B.V. beëindigd door een vaststellingsovereenkomst. In de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 waren aan de bestuurder zogeheten Performance Shares en Conversion Shares toegekend. De Performance Shares werden aan de bestuurder in de jaren 2014 en 2015 geleverd. Ter zake van deze rechten realiseert X voordelen.
Pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding
Vanwege het vertrek van de bestuurder had de B.V. een aangifte loonheffingen ingediend en daarin een pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoedingen aangegeven. Dat leidde tot een naheffingsaanslag loonheffingen. De B.V. is het niet eens met de naheffingsaanslag. Zij is van oordeel dat de waarde van de Performance Shares en Conversion Shares niet van invloed zouden moeten zijn op de pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding.
Performance Shares en Conversion Shares optierechten?
In geschil bij Hof Den Bosch is of de Performance Shares en Conversion Shares aandelenoptierechten vormen. De bestuurder is van mening dat dit het geval is. Het Hof kwalificeert de Performance Shares en Conversion Shares als rechten op levering van aandelen en geen aandelenoptierechten. De bestuurder had namelijk geen keuzerecht, zoals dat bij een optierecht wel het geval zou zijn geweest. Onder verwijzing naar de arresten van 20 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1463) en 24 mei 2019 (ECLI:NL:HR:2019:794) concludeert het hof dat de Performance Shares en Conversion Shares niet ‘met een optierecht gelijk te stellen’ rechten zijn. De waarde van die Performance Shares en Conversion Shares zijn dus van invloed op de pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding. Het Hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wet: art. 10a en art. 32bb Wet LB 1964
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 5 maart 2020 (gepubliceerd 19 maart 2020), ECLI:NL:GHSHE:2020:837
Geef een reactie