Een rechtbank mag onder voorwaarden een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan bijstand of vertegenwoordiging weigeren. Rechtbank Gelderland wilde een gemachtigde voor een bepaalde tijd weigeren. Biedt de wet die mogelijkheid? De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen van de rechtbank hierover beantwoord.
Bij Rechtbank Gelderland gaat het om een procedure waarin aanvankelijk teruggaven belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) is verleend vanwege uitvoer. Na een boekenonderzoek door de Belastingdienst krijgt de belanghebbende naheffingsaanslagen bpm opgelegd. Na afwijzing van het bezwaar is belanghebbende in beroep gegaan bij Rechtbank Gelderland, waarbij de gemachtigde zich zeer beledigend heeft uitgelaten bij de Rechtbank. De rechtbank wil daarom de gemachtigde tegen wie ernstige bezwaren bestaan voor een bepaalde tijd weigeren en vraagt de Hoge Raad of dat mogelijk is.
Weigering moet beperkt blijven tot de betreffende zaak
De Hoge Raad heeft de door Rechtbank Gelderland gestelde prejudiciële vragen beantwoord. Uit het arrest van de Hoge Raad 6 november 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1730) blijkt dat de weigering iemand als gemachtigde toe te laten beperkt moet blijven tot de betreffende zaak en tot de instantie waarin de beslissing is genomen. De rechtbank mag dus niet een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan weigeren in alle aanhangige zaken en nog aanhangig te maken zaken. De wet biedt niet de mogelijkheid iemand als gemachtigde of als verlener van bijstand te weigeren voor een langere periode dan is gemoeid met de verdere behandeling van de desbetreffende zaak in die instantie.
Ondergeschikten mogen niet worden geweigerd
Alleen natuurlijke personen kunnen de ernstige bezwaren oproepen. Treedt een natuurlijk persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan op namens een rechtspersoon? Dan is er geen grondslag om de gedragingen van die natuurlijk persoon toe te rekenen aan de rechtspersoon. Dat geldt eveneens voor toerekening aan andere natuurlijke personen die aan dezelfde rechtspersoon zijn verbonden en/of onder leiding staan van de natuurlijk persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan.
Wet: art. 8:25 AWB
Meer informatie: Hoge Raad 29 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:141, 20/02446
Geef een reactie