Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat een dga een aanmerkelijk belang heeft in buitenlandse vennootschappen. De structuur met buitenlandse vennootschappen in Cyprus en Panama was opgezet om belasting te ontwijken.
Een dga heeft via diverse buitenlandse vennootschappen een structuur opgezet. Tot deze structuur behoren onder meer vennootschappen in Cyprus en Panama. De inspecteur heeft navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd voor inkomen uit aanmerkelijk belang. Volgens de inspecteur is deze structuur namelijk opgezet om te verdoezelen dat de dga economisch gerechtigd is tot de voordelen uit deze vennootschappen.
Het geschil
Bij rechtbank Gelderland is in geschil of deze navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd.
Dga is UBO
De rechtbank heeft geoordeeld dat de dga de economisch gerechtigde is tot de voordelen uit de structuur en dus aanmerkelijk belanghouder was. Dit oordeel is gebaseerd op diverse documenten waaruit blijkt dat de dga zichzelf als ultimate beneficial owner (UBO) heeft gepresenteerd van de betrokken vennootschappen. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt volgens de rechtbank dat een aanmerkelijk belang wordt gehouden door degene voor wiens rekening en risico de aandelen worden gehouden. Dat is degene bij wie het economisch belang ligt en dat is de UBO en dus de dga. De rechtbank is van oordeel dat het aannemelijk is dat de structuur was opgezet om belasting te ontwijken.
Gevolgen oordeel rechtbank voor de navorderingsaanslagen
De rechtbank heeft de navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2007 en 2008 verminderd, omdat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de dga bepaalde bedragen had genoten. Voor het jaar 2009 blijft de navorderingsaanslag ongewijzigd. Daarnaast heeft de rechtbank een immateriële schadevergoeding toegekend vanwege de overschrijding van de redelijke termijn.
Geef een reactie