Sinds 2019 hebben buitenlands belastingplichtigen slechts recht op het deel van de heffingskortingen voor de loonbelasting dat betrekking heeft op de arbeidskorting. Dit betekent dat een inwoner van Polen die een AOW-uitkering ontvangt, netto minder uitgekeerd krijgt.
Een man woonde in Polen en ontving een AOW-uitkering. In 2019 en 2020 ontving de man vanuit Nederland AOW en pensioen. Op die uitkeringen werd loonbelasting ingehouden. De man maakte bezwaar en verzocht bij de Belastingdienst om teruggave van de ingehouden loonbelasting. De inspecteur kwam hieraan tegemoet en verleende teruggave van ingehouden loonbelasting. In mei 2020 maakte hij opnieuw bezwaar tegen de inhouding van loonbelasting voor de tijdvakken januari tot en met april 2020.
Het geschil
Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of:
- het bezwaar voor de tijdvakken januari tot en met maart 2020 terecht niet ontvankelijk is verklaard;
- terecht loonbelasting is ingehouden op de AOW-uitkering in het tijdvak april 2020; en
- beroep op het vertrouwensbeginsel mogelijk is.
Geen verschoonbare termijnoverschrijding
De rechtbank oordeelt dat de bezwaren voor de tijdvakken januari tot en met maart 2020 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. Er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. Mogelijk dat vanuit Polen geen verzending van aangetekende post mogelijk was vanwege de corona-maatregelen. Maar de man had altijd nog per gewone post bezwaar kunnen maken. De rechtbank mag geen oordeel geven over het niet ambtshalve verlenen van de teruggave loonbelasting over de tijdvakken januari tot en met maart 2020.
Inhouding loonbelasting
Volgens de rechtbank is voor de maand april 2020 terecht loonbelasting ingehouden op de AOW-uitkering op grond van art. 18 lid 5 van het belastingverdrag met Polen.
Vertrouwensbeginsel
De man heeft mogen aannemen dat de inspecteur bewust een standpunt heeft bepaald door de uitspraken op bezwaar over 2019 en het teruggeven van de ingehouden loonbelasting. Zelfs een zeer summiere motivering op bezwaar is voldoende om een indruk van een bewuste standpuntbepaling bij de man te wekken. De man kan dus voor de maand april 2020 een succesvol beroep op het vertrouwensbeginsel doen.
Geef een reactie