Een werkgever kan voor een uit het buitenland overgekomen werknemer de 30%-regeling toepassen. Deze moet voldoen aan de loonnorm op het toetsmoment. Dat is het vaste overeengekomen loon bij aanvang van de dienstbetrekking in Nederland.
Een werknemer met de Indiase nationaliteit woonde en werkte vanaf 21 september 2014 in Nederland. Op 14 juni 2019 veranderde de werknemer van baan. Zijn nieuwe werkgever bood hem een arbeidsovereenkomst aan met een vast salaris van € 2.500 per maand, 8% vakantietoeslag en een omzetbonus. De werknemer en zijn werkgever verzochten de Belastingdienst om de 30%-regeling voor ingekomen werknemers toe te passen. De Belastingdienst wees het verzoek af.
Het loon op het toetsmoment
In geschil bij Rechtbank Gelderland is of de werknemer voldoet aan de voorwaarden voor de 30%-regeling. De rechtbank oordeelt dat beslissend is of de werknemer met het aangaan van de arbeidsovereenkomst voldoet aan de loonnorm. Het aangaan van de (eerste) arbeidsovereenkomst is het toetsmoment. Het loon in deze arbeidsovereenkomst moet voldoen aan de norm van € 37.743 (2019).
Variabel loon of tweede arbeidsovereenkomst niet van belang
Het relevante loon is volgens de rechtbank het vaste loon. Variabel loon telt niet mee voor de loonnorm. Het variabele loon is te onzeker. Als de Belastingdienst ook rekening moet houden met variabel loon, dan is de regeling praktisch onuitvoerbaar voor de Belastingdienst. Ook een tweede arbeidsovereenkomst met een hoger vast salaris is niet van belang. Deze arbeidsovereenkomst is ver na het toetsmoment gesloten. Niet is aangetoond dat het hogere basisloon al was overeengekomen bij de eerste arbeidsovereenkomst. De rechtbank verklaart het bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek voor de 30%-regeling ongegrond.
Wet: art. 31a lid 8 Wet LB 1964 en art. 10e, 10eb en 10ed Uitv besl LB
Geef een reactie