Een holding heeft een auto tegen een abnormaal lage prijs verkocht aan de dga. De Belastingdienst legt hiervoor een naheffingsaanslag omzetbelasting op. Hof Amsterdam oordeelt dat dit terecht is, omdat de verkoop tegen de lage prijs misbruik van recht is.
Een fiscale eenheid omzetbelasting bestaande uit een holding en dochtermaatschappij heeft in 2014 een Audi RS5 cabriolet gekocht en deze begin 2015 voor een zeer lage prijs verkocht aan de dga van de holding. De Belastingdienst heeft dit aangemerkt als misbruik van recht, omdat de auto voor een kunstmatig lage prijs is verkocht, waardoor te weinig omzetbelasting in rekening is gebracht.
Het geschil
Bij hof Amsterdam is in hoger beroep in geschil of de naheffingsaanslag en de boete terecht en tot de juiste hoogte zijn opgelegd. De inspecteur stelt dat de verkapte dividenduitkering deel uitmaakt van de vergoeding voor de levering van de auto en dat sprake is van misbruik van recht.
Oordeel hof Amsterdam
Het hof oordeelt dat er sprake is van misbruik van recht. De auto is voor een kunstmatig lage prijs verkocht. Dat is in strijd met de doel en strekking van de Btw-richtlijn en de Wet OB. De maatstaf van heffing voor de omzetbelasting moet worden gecorrigeerd met het bedrag van de verkapte dividenduitkering. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt de inspecteur in de proceskosten.
Geef een reactie