Een ingekomen werknemer die gebruikmaakt van de 30%-regeling moet tijdig verzoeken om partiële buitenlandse belastingplicht voor box 3. Dat is uiterlijk zes weken na het onherroepelijk worden van de aanslag.
Een ingekomen buitenlandse werkneemster maakt gebruik van de 30%-regeling in de jaren 2018 en 2019. Bij het indienen van haar aangiften inkomstenbelasting geeft de werkneemster ook box 3-bezittingen aan. Vervolgens stuurt de werkneemster een brief aan de Belastingdienst. In deze brief geeft ze aan dat ze per abuis de bankrekeningen heeft opgegeven als box 3 bezittingen, omdat zij gebruikmaakt van de 30%-regeling. De Belastingdienst ziet de brief als ambtshalve verzoek, maar wijst dit af.
Het geschil
Bij Rechtbank Noord-Holland is in geschil of de werkneemster via haar verzoek om ambtshalve vermindering recht heeft op toepassing van de partieel buitenlandse belastingplicht.
Onderscheid maken van een fout en niet kiezen
De keuze voor toepassing van de partiële belastingplicht kan een werknemer uiterlijk tot zes weken na het onherroepelijk worden van de aanslag maken. De werkneemster is van mening dat ze aan de tekst van de website van de Belastingdienst vertrouwen kan ontlenen. De rechtbank verwerpt dit beroep op het vertrouwensbeginsel. Het maken of herzien van een keuze is niet hetzelfde als het maken van een foutje. De door de werkneemster ingediende aangifte is een correcte aangifte. De keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht is een recht. De werkneemster had zelf verder moeten informeren. Het gebrek aan kennis over het Nederlandse belastingrecht komt voor rekening van de werkneemster. Als iemand van een specifieke begunstigde regeling gebruik wil maken, mag daar een bepaalde actieve houding bij worden verwacht volgens de rechtbank.
Geen wettelijke grondslag voor automatische toepassing partiële buitenlandse belastingplicht
De rechtbank verwerpt ook de stelling dat de Belastingdienst de partiële buitenlandse belastingplicht automatisch had moeten toepassen. De werkneemster heeft hiervoor ter onderbouwing geen wettelijke regel of uitlating namens de Belastingdienst aangedragen. De rechtbank verwerpt dan ook dit beroep op automatische toepassing van de partiële buitenlandse belastingplicht.
Geef een reactie