Het Besluit Fiscaal Bestuursrecht wordt gewijzigd. De wijziging ziet op situaties waarin de inspecteur een zogenoemde voorheffingenbeschikking kan herzien en zo nodig ambtshalve kan verhogen.
Op 1 januari 2022 is de zogeheten voorheffingenbeschikking (art. 25b Wet Vpb 1969) ingevoerd. Op de voorheffingenbeschikking staat het bedrag aan ingehouden voorheffingen (bronbelasting, dividendbelasting) dat nog is te verrekenen, omdat de winst van de vpb-plichtige niet hoog genoeg was.
Mogelijkheid voorheffingenbeschikking te herzien
Aan het Besluit Fiscaal Bestuursrecht zijn nieuwe onderdelen toegevoegd. Die houden verband met de mogelijkheid dat de inspecteur de voorheffingenbeschikking kan herzien naar een lager bedrag of alsnog kan vaststellen ingeval er geen voorheffingenbeschikking was vastgesteld.
Beleid met betrekking tot ambtshalve hoger vaststellen voorheffingenbeschikking
Met de wijziging van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht krijgt de inspecteur ook de mogelijkheid om ambtshalve een voorheffingenbeschikking naar boven toe bij te stellen. De grondslag hiervoor is te vinden in art. 65 AWR. Het beleid voor voorheffingenbeschikkingen sluit aan op het beleid voor verliesbeschikkingen.
Bron: Besluit van 18 januari 2023, nr. 2022-26730, Ministerie van Financiën, Stcrt. 2023, 1519
Geef een reactie