Het verschoningsrecht voor advocaten die cliënten bijstaan in fiscale kwesties blijft onaangepast. De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) uitte eerder stevige kritiek op een wetsvoorstel dat dit ‘fiscaal verschoningsrecht’ aan banden leek te leggen. Hier is kortom gehoor aan gegeven.
De NOvA noemde het wetsvoorstel tot verduidelijking en aanpassing van het wettelijke ‘fiscale verschoningsrecht’ – dat reeds in 2017 werd aangekondigd – onder meer overbodig en onwenselijk. Sterker nog; het wetsvoorstel zou alleen maar tot meer onduidelijkheid leiden en geen enkel probleem oplossen.
Recht op vertrouwelijke communicatie
De beoogde wetswijzigingen zouden ervoor zorgen dat de Belastingdienst inzage kan krijgen in de communicatie tussen (onder anderen) een advocaat en zijn cliënt. Tegen het zere been van de NOvA: volgens de advocatuurlijke beroepsorganisatie zou hiermee ‘het recht op vertrouwelijke communicatie met geheimhouders als advocaten’ onder druk komen te staan, wat een aantasting zou zijn van ‘de wettelijke geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht’. Twee jaar geleden pleitte de NOvA in een schriftelijk advies aan Hans Vijlbrief, de staatssecretaris van Financiën destijds, er zelfs voor om de wet in te trekken.
De adviescommissie Belastingrecht van de NOvA stelt nu, in een beknopt advies over de fiscale verzamelwet 2024, dat de kritieken op de eerdere versie van de wijziging van het ‘fiscaal verschoningsrecht’ ter harte zijn genomen door het ministerie. In de memorie van toelichting bij het huidige wetsvoorstel is nadrukkelijk aangegeven dat het kabinet met deze voorgestelde wetswijziging geen inhoudelijke wijziging beoogt, maar slechts codificatie voor ogen heeft van de bestaande invulling van het verschoningsrecht door de Hoge Raad. ‘Op het voorstel in de huidige vorm heeft de NOvA geen commentaar,’ aldus het advies.
Lees hier het advies van de adviescommissie Belastingrecht over de fiscale verzamelwet 2024.
Dit artikel is eerder verschenen op advocatie.nl
Geef een reactie