Minister van Gennip stuurt de Tweede Kamer een brief met de agenda voor hybride werken. De inzet van het kabinet is in lijn met het advies van de Sociaal-Economische Raad dat begin april is gepubliceerd.
De SER geeft een aantal adviezen die zien op de werkkostenregeling (WKR). Samengevat adviseert de SER te onderzoeken of een aantal vrijstellingen binnen de WKR verruimd kan worden om hybride werken beter te ondersteunen. De SER vraagt ook om een periodieke evaluatie van de WKR, het verbeteren van de communicatie over de WKR en het opstellen van een eenduidige richtlijn in controles door de Belastingdienst. De WKR wordt op korte termijn geëvalueerd.
Onderzoek verruiming vrije ruimte WKR
De SER adviseert te onderzoeken om de 1e schijf van de vrije ruimte te verruimen tot 3%. Vanwege de coronapandemie is de vrije ruimte in 2020 en 2021 tijdelijk verruimd, zodat werkgevers hun werknemers extra tegemoet konden komen. Deze verruiming had een ander doel dan waar de SER in haar advies nu aan refereert. Om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, een verruiming van de vrije ruimte nodig zou zijn, moet inzichtelijk zijn welke kosten vanwege hybride werken worden gemaakt waar geen gerichte vrijstelling voor bestaat. Ook is van belang of bepaalde kosten vanwege hybride werken niet worden gemaakt of bruto worden vergoed. Er is geen informatie beschikbaar over de wijze van besteding van de vrije ruimte. In de aangifte loonheffingen hoeft hiervan geen opgave te worden gedaan en dit is ook niet via andere bronnen beschikbaar. Het kabinet zal dit advies meenemen in de evaluatie van de WKR die gepland staat voor 2023/2024.
Evalueer de fiscale vrijstelling voor arbovoorzieningen
De SER adviseert de arbovrijstelling op basis van een onderzoek te verruimen. Het kabinet zal nader laten onderzoeken in welke mate er sprake is van arbovoorzieningen die nodig zijn omwille van het hybride werken en waarvoor momenteel nog geen vrijstelling bestaat binnen de werkkostenregeling. Dit wordt meegenomen in de genoemde evaluatie van de WKR.
Evalueer de thuiswerkvergoeding
De SER benoemt dat de kosten van thuiswerken flink zijn gestegen, onder andere omdat werknemers ook andere kosten maken zoals voor een snellere internetverbinding. De SER adviseert de thuiswerkvrijstelling te evalueren en daarbij vooral te kijken of de vrijstelling voldoende rekening houdt met de feitelijke praktijk van hybride werken. Vorig jaar is toegezegd de uitvoerbaarheid van de thuiswerkvrijstelling zorgvuldig te monitoren. In april 2022 is hiertoe overleg gevoerd met sociale partners. Sociale partners gaven aan dat door het vrij recent vervallen van het thuiswerkadvies sprake is van een overgangsfase waarbij hybride werken en bijbehorende afspraken over thuiswerkvergoedingen nog ingebed moeten raken. Het is te vroeg conclusies te trekken over de uitvoerbaarheid en administratieve lasten van de thuiswerkvrijstelling. Dit geldt ook voor de Belastingdienst wat betreft de uitvoerbaarheid. Vervolggesprekken vinden plaats in het vierde kwartaal van 2022.
Fiscale vrijstelling gebruik werkhubs
De SER stelt dat werkhubs meer ingebed kunnen worden door in de WKR een fiscale vrijstelling op te nemen voor kosten van het gebruik van werkhubs. In het handboek loonheffingen zal een aanvulling worden opgenomen die de fiscale aspecten van een werkhub verduidelijkt.
Creëer meer flexibiliteit in mobiliteitsregelingen
De SER geeft aan dat een regeling met meer flexibiliteit nuttig is, zoals een mobiliteitsbudget waarvoor het niet of minder uitmaakt hoe een werknemer reist en waar een werknemer werkt. De Wet op de loonbelasting 1964 biedt al de benodigde ‘bouwstenen’ op grond waarvan het voor een werkgever mogelijk is om een mobiliteitsbudget vorm te geven dat het meest geschikt is voor diens bedrijf en de betreffende (groep) werknemer(s). Door verschillende vrijstellingen te combineren, kan een werkgever een onbelaste gecombineerde reis- en thuiswerkkostenvergoeding geven. Eventueel gecombineerd met vervoer vanwege de werkgever, zoals de leaseauto of -fiets. Daarnaast kan een werkgever nog steeds de door de werknemer betaalde kosten van overige zakelijke reizen, die minder voorspelbaar zijn en waarvan vooraf minder goed is in te schatten hoe hoog die uitvallen, onbelast vergoeden op declaratiebasis. Het kabinet ziet daarom geen belemmering voor werkgevers om een mobiliteitsbudget vorm te geven.
Eenvoudigere regelingen, periodiek toetsing en heldere communicatie
De SER adviseert om de uitvoerbaarheid van de WKR te evalueren en te bezien of de WKR eenvoudiger in gebruik kan worden gemaakt. Het kabinet laat zoals gezegd de WKR in 2023/2024 evalueren. Ook de uitvoerbaarheid van de WKR en onderlinge samenhang van de verschillende regelingen vormen onderdeel hiervan. De SER adviseert te bezien of de term ‘werkplek’ verruimd kan worden naar de thuiswerkplek. Zo kunnen verstrekkingen die op kantoor mogen worden gedaan ook gelden voor de werkplek thuis. De SER vindt dat dit beter aansluit bij hybride werken. Deze aanpassing ligt niet voor de hand. Allereerst geeft de SER ook in haar advies aan dat het nu nog onduidelijk is welke voorzieningen er nodig zijn ten behoeve van het hybride werken waarvoor momenteel geen specifieke vrijstelling geldt. Zolang dit niet duidelijk is, ligt het niet voor de hand om de WKR ongericht uit te breiden. Mogelijk dat de uitkomsten van de evaluatie van de WKR hier meer duidelijkheid over biedt.
Ontwikkel een richtlijn voor eenduidige inspecties
De SER stelt dat de WKR complex is en ontvangt signalen dat inspecties rond de WKR niet altijd eenduidig worden uitgevoerd. De SER adviseert hiervoor een richtlijn te ontwikkelen. De Belastingdienst borgt via landelijke vaktechnische coördinatoren dat sprake is van eenheid van beleid en uitvoering ten aanzien van de WKR. Het signaal en advies van de SER worden binnen de Belastingdienst gedeeld.
Bron: Kamerbrief Agenda voor de toekomst van hybride werken, Ministerie SZW, 20 juni 2022
Geef een reactie