Een fiscale eenheid voor de omzetbelasting tussen stichtingen en bv’s is wat moeilijker aan te tonen dan zo’n fiscale eenheid tussen bv’s binnen hetzelfde concern. Toch is een fiscale eenheid tussen bv en stichting wel mogelijk, bijvoorbeeld als de dga van de bv ook de enige bestuurder en vertegenwoordiger van de stichting is.
Ook voor Rechtbank Den Haag wist een bv aannemelijk te maken dat zij een fiscale eenheid voor de btw kon vormen met een stichting. De bv had een echtpaar in dienst. De man was een BIG-geregistreerd anesthesioloog en de dga van de moedermaatschappij van de bv. De vrouw verrichtte administratieve werkzaamheden in de bv. De man en de vrouw vormden ook het bestuur van een stichting die zij hadden opgericht. Deze stichting exploiteerde een medisch behandelcentrum zonder winstoogmerk en nam onder meer diensten af van de bv. De vereiste economische verwevenheid stond niet ter discussie. De rechtbank vond dat de dga voldoende zeggenschap had over de stichting om de financiële verhoudingen tussen hem en de stichting te bepalen. De dga was namelijk de enige die de bv namens derden vertegenwoordigde en hij bepaalde de prijzen die de bv in rekening bracht aan de stichting. Ook beschikte de man over de bankrekeningen van beide lichamen. Hierdoor was sprake van financiële verwevenheid. Verder vormde het echtpaar de gezamenlijk, overkoepelende leiding van zowel de stichting als de bv. De man was de indirecte enige bestuurder van de bv en samen met zijn echtgenote werkzaam in de bv. Daarmee was ook sprake van organisatorische verwevenheid tussen de bv en de stichting. De bv mocht dus een fiscale eenheid voor de btw vormen met de stichting.
Wet: artikel 7, vierde lid Wet OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 9 juli 2014 (gepubliceerd 24 juli 2014), ECLI:NL:RBDHA:2014:8449
Geef een reactie