Omdat het kabinet het belang van vereenvoudiging van het belastingstelsel extra wil onderstrepen is dit jaar gekozen voor een afzonderlijk vereenvoudigingswetsvoorstel. Met het wetsvoorstel Fiscale vereenvoudigingswet 2017 wordt ingezet op een vermindering van de administratieve lasten van burgers en bedrijven, een vermindering van de uitvoeringskosten van de Belastingdienst en een vermindering van de regeldruk.
Zie ook:
Eén invorderingsregime voor belastingen en toeslagen
De belangrijkste elementen van de in dit wetsvoorstel opgenomen stroomlijning van de invorderingsregelgeving zijn:
-
aanwijzing van de ontvanger als het bevoegde bestuursorgaan voor de invordering van niet enkel belastingen, maar voortaan ook van toeslagen;
-
introductie van een debiteurgerichte (in plaats van vorderinggerichte) betalingsregeling voor (in beginsel) burgers;
-
kwijtschelding van restschuld na afloop van de betalingsregeling voor (in beginsel) burgers;
-
rechtsbescherming via de fiscale rechter;
-
wijziging van het verrekeningsregime;
-
preferentie voor toeslagschulden.
Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting vrijgestelde Vpb-lichamen
Niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen lichamen, zoals pensioenfondsen en vrijgestelde (delen van) overheidsondernemingen, hebben geen mogelijkheid om de ten laste van deze lichamen ingehouden dividendbelasting te verrekenen met verschuldigde vennootschapsbelasting. Voor deze groep opbrengstgerechtigden biedt de Wet op de dividendbelasting 1965 van oudsher een teruggaafmogelijkheid van de ingehouden dividendbelasting. Met dit wetsvoorstel wordt onder voorwaarden, naast die bestaande teruggaafmogelijkheid, een inhoudingsvrijstelling voor de dividendbelasting geïntroduceerd voor opbrengsten die worden ontvangen door lichamen die (deels) niet aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen (alsmede voor daarmee vergelijkbare buitenlandse lichamen).
Vereenvoudiging teruggaafregeling oninbare vorderingen btw en milieubelastingen
Ook in de nieuwe opzet ontstaat het recht op teruggaaf op het tijdstip dat de oninbaarheid van de vordering kan worden vastgesteld. Anders dan onder de huidige regeling wordt echter verondersteld dat de oninbaarheid van de vordering in ieder geval ontstaat op het moment dat de vordering één jaar nadat deze opeisbaar is geworden nog niet is betaald. Door deze fictie verkrijgt de ondernemer dus uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van zijn vordering recht op teruggaaf. Daarnaast stelt het kabinet voor van de belanghebbende ondernemer niet langer een separaat teruggaafverzoek te eisen. In de nieuwe opzet kan de belanghebbende ondernemer het bedrag van de teruggaaf simpelweg in mindering brengen op de periodieke aangifte voor de btw en, indien van toepassing, de desbetreffende milieubelasting.
Wat betreft de btw-correctie: het kabinet stelt voor deze termijn te verkorten tot één jaar en binnen die termijn alleen een correctie toe te passen wanneer vaststaat dat de vergoeding niet zal worden betaald.
Rentemiddeling
In het kader van het wegnemen van fiscale belemmeringen voor het aanbieden van rentemiddeling is een goedkeuring vooruitlopend op wetgeving opgenomen in een beleidsbesluit van 27 november 2015. Met dit wetsvoorstel wordt dit beleidsbesluit gecodificeerd. Door de maatregel kunnen banken zonder fiscale belemmeringen rentemiddeling actief aanbieden daar waar dit in individuele situaties in het belang van de klant is.
Afschaffen fictieve dienstbetrekking voor commissarissen
Voor commissarissen die hun commissariaatwerkzaamheden uitoefenden als ondernemer, betekende de invoering van de Wet DBA vanwege de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen dat zij, ondanks hun ondernemerschap, altijd onder de loonbelasting zouden vallen. Dit was een onbedoeld neveneffect van het afschaffen van de VAR en om deze reden wordt de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen afgeschaft. Aangezien de Wet DBA op 1 mei 2016 in werking is getreden, is een beleidsbesluit vastgesteld waarin is geregeld dat commissarissen en hun inhoudingsplichtigen op het afschaffen van de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen vooruit mogen lopen. Voor commissarissen die geen ondernemer zijn, blijft het ook na het afschaffen van de fictieve dienstbetrekking mogelijk om desgewenst onder de loonbelasting te vallen: zij kunnen samen met hun beoogd inhoudingsplichtige gebruikmaken van de zogenoemde opting-inregeling.
Afschaffen jaarloonuitvraag
Gezien de borging van de tijdigheid en volledigheid van de loonaangiftegegevens door de extra aandacht bij de reguliere loonaangiften biedt de jaarloonuitvraag volgens de Belastingdienst en het UWV inmiddels geen toegevoegde waarde meer. Daarom wordt deze afgeschaft.
Uitbreiding mogelijkheid tot verlegging van de inhoudingsplicht voor concernonderdelen
Op dit moment is verlegging van de inhoudingsplicht van een buitenlands naar een Nederlands concernonderdeel slechts beperkt mogelijk, namelijk in het geval dat een buitenlands concernonderdeel bemiddelt bij de tewerkstelling van een werknemer in Nederland. Het kabinet stelt voor de bestaande mogelijkheid om de inhoudingsplicht te verleggen naar een Nederlands concernonderdeel uit te breiden door de voorwaarde dat er sprake moet zijn van bemiddeling bij de tewerkstelling van personeel te laten vervallen.
Aanpassing zesmaandentermijn bij opteren belastingplicht vennootschapsbelasting
Onder de huidige wetgeving moet een stichting of vereniging die wil opteren voor belastingplicht een daartoe strekkend verzoek binnen zes maanden na het einde van het betreffende jaar indienen. In de praktijk blijkt deze termijn te kort, omdat veel belastingplichtigen pas later de aangifte voorbereiden en aldus te laat blijkt welke fiscale behandeling gewenst is. Daarom wordt voorgesteld de termijn aan te passen en te bepalen dat het verzoek uiterlijk gelijktijdig met het indienen van de aangifte gedaan dient te worden.
Vervallen dagaangifte kolenbelasting
In de praktijk wordt slechts zelden dagaangifte gedaan en de betrokken belastingplichtigen zouden de aangifte zonder bezwaar ook in de vorm van een tijdvakaangifte kunnen doen. Daarom schaft het kabinet de dagaangifte voor de kolenbelasting af.
Zie ook:
Meer informatie: Prinsjesdagspecial Belastingplan 2017
Geef een reactie