Hof Den Haag heeft geoordeeld dat onder bepaalde omstandigheden de Belastingdienst beslag mag leggen op bezittingen van een belastingplichtige of van een derde die een hogere waarde hebben dan de openstaande belastingschuld.
De ontvanger van de belastingen kan beslag leggen op bezittingen van de belastingplichtige om zo zekerheid te stellen. In beginsel is het daarbij de bedoeling dat de waarde van deze bezittingen ongeveer gelijk is aan de belastingschuld. Maar soms kan de waarde van de bezittingen onder het beslag de belastingschuld overtreffen. In de zaak voor Hof Den Haag had de ontvanger bijvoorbeeld een conservatoir (derden)beslag gelegd op een woning en een aantal auto’s waaronder een Ferrari en motorfietsen van de belanghebbenden. Uiteindelijk werd de belastingschuld vastgesteld op € 120.000, terwijl de bezittingen onder het beslag een waarde hadden van ruim € 380.000. De ontvanger hief vervolgens het beslag op. De belanghebbenden eisten vervolgens een schadevergoeding van € 150.000 omdat de ontvanger zich schuldig zou hebben gemaakt aan misbruik van recht toen hij beslag legde op de auto’s. Het hof wees dit standpunt af. De ontvanger had niet kunnen volstaan met een conservatoir (derden)beslag op de woning, omdat de overwaarde op deze woning te laag was. Bovendien was de belastingschuld in eerste instantie opgelopen to ruim € 850.000, zodat het beslag niet te hoog was.
Wet: artikel 51 IW 1990
Meer informatie: Hof Den Haag, 3 augustus 2010 (gepubliceerd 5 september 2012), LJN: BX6464
Geef een reactie