De inspecteur mocht informatie gebruiken uit een document dat de FIOD had verkregen bij het aftappen van de telefoon/fax van een advocaat die mede-verdachte was in het strafrechtelijk onderzoek. Het document behoorde niet tot de geheimhoudersgesprekken, oordeelde Rechtbank Gelderland.
Op basis van een overeenkomst van dading stelde de inspecteur dat een dga €175.000 voordeel uit ab had genoten. Dit geld had de bv van de dga grotendeels overgemaakt naar een Zwitserse bankrekening. Tegen de dga liep een strafrechtelijk onderzoek van de FIOD. Naar aanleiding van het aftappen van de telefoon/fax van een mede-verdachte advocaat had de inspecteur de betreffende overeenkomst ontvangen van de FIOD. De dga ging in beroep omdat hij vond dat de gegevens op onrechtmatige wijze waren verkregen en daarom niet als bewijs mochten worden gebruikt. Rechtbank Gelderland oordeelde dat de inspecteur het bewijs wel mocht gebruiken. Nu de advocaat één van de medeverdachten was in het strafrechtelijk onderzoek tegen de dga ging de rechtbank er vanuit dat de overeenkomst niet kon worden aangemerkt als informatie uit geheimhoudersgesprekken. Het verschoningsrecht was ook niet geschonden en nergens anders bleek uit dat de overeenkomst op strafrechtelijk onrechtmatige wijze was verkregen. Het beroep van de dga was ongegrond.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 17 september 2013 (gepubliceerd op 8 oktober 2013), ECLI:NL:RBGEL:2013:3000
Geef een reactie