Als een belastingplichtige, zelfs na een aanmaning, geen aangifte vennootschapsbelasting doet en geen informatie verstrekt waaruit de hoogte van de winst is af te leiden, mag de fiscus de winst schatten. De fiscus mag voor de schatting van die winst uitgaan van de gegevens in de btw-aangiften die de belastingplichtige zelf heeft gedaan. Dit blijkt uit een zaak voor Hof Arnhem.
In deze zaak stelde een bedrijf dat de inspecteur de hoogte van de aanslag voor de vennootschapsbelasting onzorgvuldig had vastgesteld en ten onrechte een verzuimboete had opgelegd. De inspecteur had bij het opleggen van de aanslag namelijk geen rekening gehouden met de bedrijfskosten. Nu het desbetreffende bedrijf (ook in de bezwaarfase en na een aanmaning) geen VPB-aangifte had gedaan, noch informatie had verstrekt waaruit de inspecteur de winst kon herleiden, besloot de inspecteur de belastbare winst te schatten. Hij gebruikte daarvoor de gegevens uit de VPB-aangifte van het jaar daarvoor en de btw-aangifte van de drie voorafgaande jaren die van de belastingplichtige zelf afkomstig waren. Volgens de inspecteur was de aanslag daarom gebaseerd op een redelijke schatting. Het hof stelde hem in het gelijk. Dat de inspecteur moest overgaan tot het schatten van de belastbare winst, was immers te wijten aan het feit dat de belastingplichtige ondanks verschillende verzoeken op geen enkele wijze informatie had verstrekt. De verzuimboete was ook terecht opgelegd, aangezien het bedrijf over meerdere jaren geen aangifte had gedaan, en geen maatregelen had getroffen om alsnog tijdig aangifte te doen of uitstel van het doen van aangifte te vragen.
Wet: artikel 8 AWR
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem, 4 december 2012 (gepubliceerd 14 december 2012), LJN: BY6191
Geef een reactie