Ook in gevallen waarin bezwaar is gemaakt door een onbevoegde moet de fiscus daarop tijdig beslissen. Als de fiscus niet tijdig op het bezwaar beslist, kan ook in die gevallen degene door of namens wie dat bezwaar is gemaakt daartegen opkomen.
Het is mogelijk dat twee of meer vennoten bezwaar maken tegen dezelfde naheffingsaanslag. Zo maakte een vennoot op eigen naam bezwaar tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting die was opgelegd aan de vof. De inspecteur liet de vennoot weten dat hij het bezwaarschrift niet in behandeling kon nemen, omdat één van de andere vennoten al een bezwaar had ingediend namens de vof. Ook wees de inspecteur de vennoot erop dat tegen een aanslag slechts eenmaal bezwaar kan worden gemaakt. De vennoot stelde de inspecteur in gebreke vanwege het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaar en ging daarna in beroep. De rechtbank verklaarde zowel het beroep van de vennoot als het verzet niet-ontvankelijk, omdat de vennoot de aan de vof opgelegde naheffingsaanslag niet als privépersoon kon betwisten. De Hoge Raad oordeelde echter dat ook in gevallen waarin bezwaar is gemaakt door een onbevoegde de Belastingdienst daarop tijdig moet beslissen. Als een tijdige beslissing uitblijft, kan ook degene door of namens wie dat bezwaar is gemaakt daartegen opkomen. Nu de vennoot beroep had ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op het door hem op eigen naam ingediende bezwaarschrift, kon de uitspraak van de rechtbank niet in stand blijven. De rechtbank moet dus opnieuw beslissen op verzet. Komt de rechtbank tot het oordeel dat zowel het verzet als het beroep gegrond is, dan moet de rechtbank bepalen dat de inspecteur binnen twee weken na de dag waarop de uitspraak wordt verzonden alsnog een uitspraak moet doen op het bezwaar. Dit heeft de Hoge Raad beslist.
Wet: artikel 6:12 Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:170
Geef een reactie