Kan de Belastingdienst niet aantonen aan welk postvervoer een uitspraak op bezwaar is aangeboden? Dan begint de beroepstermijn pas als de belanghebbende de uitspraak heeft gezien.
Op 19 oktober 2018 heeft de inspecteur uitspraak op bezwaar gedaan inzake een aan een btw-ondernemer opgelegde naheffingsaanslag btw en boetebeschikking. De ondernemer heeft op 12 juli 2019 beroep ingesteld. Hij stelde de uitspraak op bezwaar niet te hebben ontvangen. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. In cassatie houdt die beslissing geen stand. Stelt de belanghebbende dat een schriftelijk besluit van de inspecteur hem niet heeft bereikt? Dan ligt daarin een betwisting van de verzending van dat besluit begrepen. In dat geval dient de inspecteur die verzending aannemelijk te maken. Gaat het om een boetebeschikking waartegen vóór 1 augustus 2019 bezwaar of beroep is aangetekend, dan moet de fiscus de verzending zelfs overtuigend aantonen. Bij verzending per post moet de inspecteur aannemelijk maken respectievelijk overtuigend aantonen dat het poststuk is aangeboden aan een postvervoerbedrijf. Daarbij moet ook duidelijk zijn om welk postvervoerbedrijf het gaat.
Naam postvervoerbedrijf is niet vastgelegd
In deze zaak is niet komen vast te staan aan welk postvervoerbedrijf de uitspraak op bezwaar is aangeboden. De inspecteur heeft daarom niet aannemelijk gemaakt en dus ook niet overtuigend aangetoond dat de uitspraak op bezwaar aan een postvervoerbedrijf is aangeboden voor verzending aan de ondernemer. De uitspraak is daarom niet correct bekendgemaakt. In die situatie vangt de beroepstermijn pas aan op de dag waarop de belanghebbende een afschrift van die uitspraak onder ogen heeft gekregen. Dan geldt niet de eis dat het beroep zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is ingesteld. Als in zo’n geval de belanghebbende beroep instelt voordat hij de uitspraak op bezwaar onder ogen heeft gekregen, moet een niet-ontvankelijkverklaring van het beroep achterwege blijven. Het staat dan immers vast dat op het tijdstip waarop het beroep was ingesteld, de uitspraak op bezwaar al tot stand was gekomen.
Ondernemer heeft uitspraak op bezwaar niet gezien
Het dossier laat geen andere conclusie toe dan dat de btw-ondernemer ten tijde van het indienen van het beroepschrift de uitspraak op bezwaar nog niet onder ogen had gekregen. Daarom bestaat geen grond om het beroep wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep gegrond.
Geef een reactie