Als de Belastingdienst niet op tijd belastingrente vergoedt aan de belastingplichtige, is de inspecteur wettelijke rente verschuldigd over dit bedrag. Zo luidt het oordeel van de Hoge Raad.
Het oordeel zag op een zaak waarin de Belastingdienst de opgelegde voorlopige aanslag vennootschapsbelasting van een bv ambtshalve had verminderd. De bv had in verband met deze vermindering een vergoeding van heffingsrente (de voorloper van de belastingrente) gevraagd. Uiteindelijk betaalde de inspecteur deze heffingsrente. Omdat inmiddels enige tijd was verstreken eiste de bv ook een vergoeding van wettelijke rente over de te ontvangen heffingsrente. De fiscus weigerde dit. De Hoge Raad stelde ten eerste vast dat deze weigering een beschikking was waartegen de mogelijkheid van bezwaar en beroep openstond. Verder had de bv inderdaad recht op een vergoeding van wettelijke rente. De Belastingdienst was in verzuim geweest door de heffingsrente niet op tijd te betalen. De wettelijke rente werd berekend over de periode tussen de dag waarop de inspecteur in verzuim was tot de datum waarop hij de heffingsrente had betaald.
Wet: artikel 4:102 Awb, artikel 6:119 BW en artikel 26 AWR
Meer informatie: Hoge Raad, 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1457
Geef een reactie