Participanten zijn in samenwerkingsverbanden in hoge mate aansprakelijk voor de schulden van dat samenwerkingsverband. Deze aansprakelijkheid valt niet te ontlopen door een vennootschap ertussen te schuiven.
Nick van den Hoek laat dit zien in een e-learning van Tax Talks. De participanten in een fiscaal transparant lichaam zijn in principe hoofdelijk aansprakelijk voor de rijksbelastingschulden van dat lichaam. Daarbij tellen samenwerkingsverbanden zoals maatschappen en vof’s ook als een lichaam. Van den Hoek wijst erop dat de aansprakelijkheid voor boetes, renten en andere kosten met betrekking tot de belasting meer is beperkt. In dat geval is degene die verantwoordelijk is voor het ontstaan van die kosten daarvoor aansprakelijk. Aan de andere kant zijn de vennoten van een vof op grond van het Wetboek van Koophandel (WvK) in beginsel al hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van het samenwerkingsverband. Commanditaire vennoten zijn echter alleen aansprakelijk te stellen als zij beheersdaden verrichten.
Tussenschuiven van vennootschap
Van den Hoek gaat in op het geval dat iemand via zijn eigen B.V. participeert in een fiscaal transparant lichaam. In dat geval vindt in de woorden van den Hoek een doorpakking plaats. De bestuurder van het besturende lichaam kwalificeert dan zelf ook als bestuurder van het transparante lichaam. Het is niet duidelijk of de fiscus onbeperkt kan ‘doorpakken’ totdat een bestuurder natuurlijk persoon is bereikt. De rechtspraak lijkt erop te wijzen dat de ontvanger van de belastingen niet aan een specifieke weg is gebonden en dus flink kan ‘doorpakken’.
Verschil met aansprakelijkstelling bestuurder rechtspersoon
De regels voor het aansprakelijk stellen van bestuurders van transparante lichamen wijken op bepaalde af van de regels voor het aansprakelijk stellen van bestuurders van rechtspersonen. Zo mist de regeling voor transparante lichamen de vermelding dat ex-bestuurders ook aansprakelijk zijn te stellen. Den Hoek constateert echter dat in de praktijk dit toch regelmatig gebeurt. Verder geldt voor de transparante lichamen geen meldingsregeling. Daardoor kan de bestuurder volstaan met bewijs leveren dat het niet aan hem is te wijten dat de belasting onbetaald is gebleven. Faalt de bestuurder toch met zijn disculpatie? Dan kan hij een deel van de schuld mogelijk verhalen op het transparante lichaam of zijn medebestuurders, zo stelt den Hoek. Voor zover verhalen eveneens mislukt, kan de bestuurder negatief loon in aanmerking nemen voor het deel van de schuld dat hij heeft betaald.
Wet: art. 2, eerste lid onderdeel b AWR, 33, 36 en 49 Wet IW 1990 en art. 18 WvK
Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. Wekelijks (40x per jaar) wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.
Geef een reactie