Als een bestuurder tijdig de betalingsonmacht van het bestuurde lichaam meldt, wordt het voor de fiscus een stuk lastiger om deze bestuurder aansprakelijk te stellen. Bij grove schuld en opzet aan de kant van de bestuurder is echter geen rechtsgeldige melding mogelijk.
Zo leek de bestuurder en enig aandeelhouder van een B.V. tijdig melding te hebben gedaan van de betalingsonmacht van zijn B.V. Hij verwachtte daarom dat de fiscus hem niet aansprakelijk kon stellen voor een openstaande naheffingsaanslag omzetbelasting. De ontvanger van de belastingen deed dat toch. In een beroepsprocedure voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelde de ontvanger dat de betalingsonmacht was te wijten aan grove schuld dan wel opzet van de bestuurder. Onder zijn bestuur had de B.V. namelijk ten onrechte btw op de facturen vermeld en voorbelasting afgetrokken. De B.V. was echter geen btw-ondernemer, want zij verrichtte geen prestaties tegen een vergoeding. De bestuurder was als enig aandeelhouder en enige werknemer van de B.V. goed op de hoogte van deze gang van zaken. Hij had dus moeten weten dat een aanzienlijke kans bestond dat de B.V. te weinig omzetbelasting zou afdragen. De rechtbank vond dat de ontvanger hiermee had aangetoond dat sprake was van grove schuld of opzet. Daardoor kon de bestuurder geen geldige melding van betalingsonmacht doen. De bestuurder stelde nog dat de fiscus onzorgvuldig had gehandeld door in bepaalde brochures niet te vermelden dat geen rechtsgeldige melding mogelijk was bij grove schuld of opzet. Maar de rechtbank oordeelde dat de informatieplicht van de fiscus niet zo ver gaat. De bestuurder was terecht aansprakelijk gesteld.
Wet: artikel 36 IW 1990
Besluit: artikel 7, tweede lid Uitv.besl. IW 1990
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 november 2017 (gepubliceerd 12 december 2017), ECLI:NL:RBZWB:2017:7736
Geef een reactie