Het cafetariastelsel maakt het grofweg gezegd mogelijk om belaste loonbestanddelen om te ruilen voor onbelaste loonbestanddelen. Ook na de invoering van de werkkostenregeling bleef zo’n ruil mogelijk. De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs een besluit over de cafetariaregeling geactualiseerd in verband met de beëindiging van het overgangsrecht.
Binnen de werkkostenregeling geeft de werkgever uitvoering aan een cafetariaregeling door een vergoeding of verstrekking aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. De staatssecretaris wijst erop dat de werkgever daarbij rekening moet houden met het gebruikelijkheidscriterium. Ook benadrukt de staatssecretaris dat voor het loonbestanddeel een gerichte vrijstelling kan gelden. Is dat niet het geval en resteert bij de werkgever geen vrije ruimte meer, dan komt de heffing voor rekening van de werkgever. Ook moet volgens het nieuwe besluit een wijziging in de overeengekomen vergoeding een zekere realiteitswaarde hebben. Dat wil zeggen dat de werkgever en werknemer in wezen in hun onderlinge rechtsverhouding een wijziging hebben aangebracht.
Wet: artikelen 31, eerste lid, onderdeel f en 31a, tweede lid Wet LB 1964
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 15 juli 2016, BLKB2016/765M
Geef een reactie