Minister Wiebes heeft de Tweede Kamer op sommige momenten gebrekkig geïnformeerd over de verlening van coronasteun, volgens de Algemene Rekenkamer Het gaat onder meer om steun die is verleend aan scheepsbouwer IHC en de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR).
Van vier ondernemingen die tijdens de coronacrisis steun op maat van de rijksoverheid hebben gekregen en drie bedrijven die daarvoor afgewezen zijn, is de Algemene Rekenkamer de besluitvorming bij de betrokken ministeries nagegaan.
Tussen maart en augustus 2020 heeft het kabinet ruim € 3,5 miljard voor nieuwe individuele steun toegezegd. HEMA kreeg geen individuele steun van de minister van EZK omdat het bedrijf in de kern commercieel gezond is.
Belangenverstrengeling
In het rapport is te lezen dat het kabinet zich in de kaart liet kijken door vroegtijdig publiek te maken dat het miljarden uit wil trekken voor de redding van luchtvaartbedrijf KLM. Verder dreigt er bij de actuele steun aan KLM belangenverstrengeling vanwege dubbele betrokkenheid van ABN AMRO, een van de financiers voor de steun en adviseur voor het ministerie over deze steun.
Gebrekkige informatie
Door bij te dragen aan de redding van scheepsbouwer IHC wilde de rijksoverheid voorkomen dat € 395 miljoen aan eerder verleende exportkredieten direct verloren gaan bij faillissement. Volgens het kabinet zal bij deze steunoperatie het risico voor de Staat toenemen tot € 700 miljoen. De Algemene Rekenkamer stelt echter vast dat het maximale risico voor de Staat inmiddels € 895 miljoen is. De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft het parlement over dit risico gebrekkig geïnformeerd. Het voornemen voor deze steunoperatie had via de zogenoemde parlementaire voorhangprocedure bekend moeten worden gemaakt, zodat de Kamer zich erover kan uitspreken.
Bij de steun aan Smart Photonics en de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) is het parlement niet tijdig of niet volledig door de minister geïnformeerd.
Reactie ministers
In een schriftelijke reactie nemen de ministers van Financiën, EZK en Infrastructuur en Waterstaat de aanbevelingen van de Rekenkamer deels over. De ministers vinden het niet nodig de wet aan te passen. De bewindspersonen geven aan dat het oordeel van de Rekenkamer over de beperkte bail-in bij KLM te vroeg komt onder verwijzing naar het herstructureringsplan waarmee het kabinet inmiddels heeft ingestemd. In haar nawoord gaat de Algemene Rekenkamer benadrukt het belang van het tijdig informeren van het parlement, zeker als er een privaatrechtelijke rechtspersoon wordt opgericht met de Staat als betrokkene.
De minister geeft aan dat het risico op belangenverstrengeling bij ABN AMRO in de casus KLM door de bank zelf ondervangen moet worden. De Algemene Rekenkamer stelt dat de overheid als opdrachtgever hierin ook een taak heeft.
Meer informatie: Algemene Rekenkamer, 12 november 2020
Geef een reactie