
Staatssecretarissen Van Oostenbruggen en Palmen-Schlangen geven antwoord op Kamervragen over het gebruik van goedkeurende beleidsbesluiten.
Goedkeurende beleidsbesluiten zijn bedoeld voor spoedeisende situaties waarin (spoed)wetgeving niet kan worden afgewacht. Het kabinet heeft een kader geformuleerd met voorwaarden en waarborgen die in acht moeten worden genomen.
Een goedkeurend beleidsbesluit wordt op grond van het kader alleen getroffen als er sprake is van dusdanig buitengewone omstandigheden waardoor een zwaarwegend maatschappelijk belang in het geding is, ofwel het wachten op een wetswijziging zodanig knelt dat onverkorte wetstoepassing niet past bij een overheid die recht wil doen aan de menselijke maat en algemene rechtsbeginselen. Het kader voorziet ook in parlementaire betrokkenheid. Een goedkeurend beleidsbesluit wordt zo spoedig mogelijk gedeeld met beide Kamers en het beleidsbesluit wordt altijd zo snel mogelijk en uiterlijk per 1 januari van het tweede jaar na inwerkingtreding gecodificeerd.
Zwaarwegend maatschappelijk belang
Het gebruik van goedkeurende beleidsbesluiten is naar het oordeel van het kabinet geen structureel alternatief voor wetgeving. De inzet van beleidsbesluiten is voorbehouden aan gevallen waarin sprake is van dusdanig buitengewone omstandigheden waardoor een zwaarwegend maatschappelijk belang in het geding is, ofwel het wachten op een wetswijziging zodanig knelt dat onverkorte wetstoepassing niet past bij een overheid die recht wil doen aan de menselijke maat en algemene rechtsbeginselen.
Beleidsbesluit gedeeltelijk uitstel overgangsregeling afschaffing bepaalde tabelposten verlaagd tarief omzetbelasting
Met ‘buitengewone omstandigheden waardoor een zwaarwegend maatschappelijk belang in het geding is’ wordt gedoeld op situaties waarin onverkorte wetstoepassing tot maatschappelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden. Een voorbeeld hiervan is het ‘Beleidsbesluit gedeeltelijk uitstel overgangsregeling in verband met de afschaffing bepaalde tabelposten verlaagd tarief omzetbelasting’. De berichtgeving over de motie waarbij de regering is verzocht om in 2025 voor de Voorjaarsnota in overleg met de Kamer een alternatieve invulling te presenteren voor de afschaffing van de verlaagde btw-tarieven, had geleid tot het breed gedragen beeld binnen de betrokken branches, in de media en bij consumenten dat de afschaffing van de verlaagde tarieven op cultuur, media en sport niet doorgaat. Toepassing van het algemene tarief op betalingen op ‘verder in de toekomst’ gelegen leveringen van goederen en diensten (op en na 1 januari 2026) zou op onbegrip stuiten bij ondernemers en consumenten en tot onevenredige administratieve inspanningen leiden bij ondernemers en de Belastingdienst als op een later tijdstip de verhoging eventueel alsnog teruggedraaid moet worden.
Een goedkeurend beleidsbesluit bevat altijd een horizonbepaling, een einddatum. Of de regeling daarna wordt verlengd, is aan de Tweede en Eerste Kamer.
Geef een reactie