Kan winst als gevolg van een uitdelingscorrectie bij vervreemding van een bedrijfsmiddel aan een gelieerde partij tegen een onzakelijk lage prijs aan een herinvesteringsreserve (HIR) worden toegevoegd? De Hoge Raad volgt het advies van Advocaat-Generaal Niessen en oordeelt dat dit mogelijk is zolang bij de belastingplichtige een herinvesteringsvoornemen bestaat.
In de desbetreffende zaak verkocht een bv enkele panden aan haar aandeelhouders tegen een prijs die aanzienlijk lager was dan de werkelijke waarde. Er volgde een winstcorrectie. Hof Den Haag was het met de inspecteur eens dat de gecorrigeerde winst niet kon worden toegevoegd aan de herinvesteringsreserve, omdat op het moment van de vervreemding de bedoeling bestond de aandeelhouders te bevoordelen. Advocaat-Generaal Niessen adviseerde de Hoge Raad om het cassatieberoep van de bv gegrond te verklaren. De aanwending van de opbrengst bij vervreemding van een bedrijfsmiddel kan een aanwijzing vormen over het bestaan van een herinvesteringsvoornemen, maar is niet doorslaggevend. Het oordeel van het hof kon om die reden niet in stand blijven.
Ongelijke behandeling
Ook een fiscaal in aanmerking te nemen voordeel als gevolg van de gedeeltelijke onttrekking van een bedrijfsmiddel, is aan te merken als een opbrengst in de zin van artikel 3.54, eerste lid, Wet IB 2001. Een andere benadering zou leiden tot een verschil in behandeling van:
- de verkoop van een bedrijfsmiddel aan de aandeelhouder tegen de waarde in het economische verkeer, terwijl de koopsom gedeeltelijk wordt verrekend met een gelijktijdig uitgekeerd dividend; en
- de verkoop van dat vermogensbestanddeel aan de aandeelhouder tegen de (lagere) fiscale boekwaarde, waarbij voor fiscale doeleinden een uitdeling van dezelfde omvang als dat dividend wordt geconstateerd.
De Hoge Raad verwees de zaak naar Hof Amsterdam met de opdracht te onderzoeken of, en zo ja in hoeverre, bij de bv sprake was van een herinvesteringsvoornemen.
Wet: artikel 3.54 Wet IB 2001 en artikel 8 Wet VPB 1969
Meer informatie: Hoge Raad, 16 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2080
Geef een reactie