De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur bij het vaststellen van de gedifferentieerde WGA-premie de WAO-lasten mag meetellen in de berekening van de individuele opslag of korting. Hetzelfde geldt voor de rentehobbelopslag.
Volgens de Hoge Raad blijkt uit de parlementaire geschiedenis dat de wetgever voor ogen had de premiedifferentiatie voor het onderhavige jaar 2008 (mede) te baseren op ‘gerealiseerde WAO-lasten’. Het meenemen van de WAO-uitkeringslasten voor het bepalen van de individuele opslag of korting levert geen strijd op met de wettelijke regeling, de wetgever heeft deze gang van zaken aanvaard voor de aanvangsjaren van de WIA. Dit geldt ook voor de zogenoemde rentehobbelopslag. De vaststelling van de WGA-premie komt tot stand via een rekenpercentage: dit is de rentehobbel. Werkgevers die een gedifferentieerde WGA-premie betalen kunnen deze rentehobbel in mindering brengen op de premie. De Hoge Raad gaat verder in op de vraag of de inspecteur de vakantie-uitkeringen die aan de WAO-gerechtigden zijn uitgekeerd ook in de berekening mag betrekken. Ook die vallen volgens de Hoge Raad onder ‘gerealiseerde WAO-lasten’ en kunnen dus worden meegenomen.
Meer informatie: Hoge Raad, 9 maart 2012, LJN: BT8788
Geef een reactie