Als ingekomen werknemers vanwege het uitvoeren van hun werkzaamheden in Nederland werknemersopties krijgen toegekend, zal het voordeel uit de uitoefening van de opties tot het loon behoren. Als de uitoefening plaatsvindt nadat de desbetreffende werknemer Nederland weer heeft verlaten, is de 30%-regeling niet van toepassing over het optievoordeel.
Optie aandeel in verbonden lichaam
Als een werkgever een aandelenvennootschap is of verbonden is met een aandelenvennootschap, is het fiscaal gezien mogelijk om zogeheten werknemersopties te verstrekken. Werknemersopties zijn rechten om een of meer aandelen of daarmee vergelijkbare rechten in de werkgever of in een met de werkgever verbonden vennootschap te krijgen. Het verstrekken van werknemersopties vindt vaak plaats bij wijze van bonus.
Verbonden vennootschap
Als het gaat om werknemersopties is een aandelenvennootschap verbonden met de werkgever als:
- de werkgever een belang van minimaal een derde in die vennootschap heeft;
- die vennootschap een belang heeft in de werkgever van minstens een derde of meer; of
- een derde vennootschap zowel in de werkgever als in de tweede vennootschap een belang heeft van minstens een derde.
Heffingsgrondslag
Toegekende werknemersopties zijn een vorm van loon in natura en dus belast. Overigens is dat ook het geval als de werkgever zijn werknemers warrants of conversierechten, die deel uitmaken van een converteerbare personeelsobligatie, verstrekt. Voor de fiscale behandeling maakt dit niets uit. Het bedrag dat onder de loonheffing valt, is gelijk aan het bedrag dat de werknemer geniet in verband met de uitoefening of vervreemding van de optie. Als de werknemer aan de werkgever een eigen bijdrage moest betalen om het optierecht toegekend te krijgen, mag de werkgever deze eigen bijdrage aftrekken van het belastbare voordeel. Het voordeel mag door deze aftrek niet negatief worden. De werkgever kan ervoor kiezen om het voordeel uit de werknemersoptie te laten vallen in zijn vrije ruimte
Afwijkende tegenprestatie
Vervreemdt de werknemer het aandelenoptierecht zonder daarvoor een tegenprestatie te bedingen? Of vond de vervreemding van de optie plaats volgens een overeenkomst die niet onder normale omstandigheden is gesloten? Dan moet de werkgever bij de berekening van het belaste voordeel uit het aandelenoptierecht het bedrag van de tegenprestatie zetten op de waarde in het economische verkeer van het aandelenoptierecht op het moment van de vervreemding.
Moment van belastbaarheid
Doordat het voordeel uit de uitoefending of vervreemding van de optie is belast, is de loonheffing ook verschuldigd in het tijdvak waarin deze gebeurtenis plaatsvindt. Hoe pakt een en ander uit als ingekomen werknemers optierechten krijgen toegekend en deze opties pas na het verlaten van Nederland uitoefenen? De Hoge Raad kreeg deze vraag voorgelegd. Zie voor het advies dat de Advocaat-generaal gaf: ‘Later genoten optievoordeel toch in Nederland belast’. De Hoge Raad heeft dit advies overgenomen en oordeelt dat de opties pas waren belast op het moment van uitoefening en niet al op het moment van toekenning. Het genoten voordeel uit de uitoefening van de werknemersopties hield voldoende verband met de dienstbetrekking om tot het loon te behoren. Maar omdat de opties waren uitgeoefend na het verlaten van Nederland, was de 30%-regeling niet van toepassing op het genoten voordeel.
Wijziging vanaf 2018
Op grond van het Belastingplan 2017 is onder voorwaarden vanaf 1 januari 2018 maar 75% van het voordeel uit een werknemersoptie belast. Deze 75%-waardering geldt alleen voor zover het voordeel niet meer bedraagt dan € 50.000. Bovendien moet:
- de werkgever in het jaar van toekenning van de werknemersoptie beschikken over een S&O-verklaring; en
- minimaal twaalf maanden en maximaal vijf kalenderjaren zijn verstreken sinds de toekenning van het aandelenoptierecht.
Deze maatregel is in beginsel aan te merken als staatssteun. Daarom is de vrijstelling van 25% van de werknemersoptie alleen van toepassing als die vrijstelling niet tot gevolg heeft dat het zogeheten de-minimisplafond wordt overschreden.
Wet: artikelen 10a, 13a en 31, eerste lid, onderdeel f Wet LB 1964
Meer informatie: Later genoten optievoordeel belast zonder toepassing 30%-regeling
Geef een reactie