Wanneer bij een inval van een woningruimte een hoop contant geld wordt aangetroffen, zal de inspecteur al snel vermoeden dat de bewoner illegale en verzwegen inkomsten heeft genoten. Is de bewoner echter voortvluchtig, dan is het goed mogelijk dat deze inkomsten in het buitenland zijn genoten. De Belastingdienst mag de bewoner dan alleen een aanslag opleggen als hij een binnenlands belastingplichtige is, aldus Hof Amsterdam.
In deze zaak had de politie een inval en huiszoeking gehouden in een huurwoning. Eén van de bewoners werd namelijk verdacht van een zesvoudige moord. Bovendien was hij in het verleden in Italië veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens cocaïnehandel. Omdat de man nog 7,5 jaar van zijn celstraf moest uitzitten, werd hij enige tijd na de inval uitgeleverd aan Italië. Bij de huiszoeking waren naast valse identiteitsbewijzen en vuurwapens een plastic tas met aankoopbonnen en bijna € 550.000 aan contanten aangetroffen. De Belastingdienst zag hierin een aanwijzing dat de man gedurende de jaren 2006 tot en met 2009 illegale inkomsten had genoten. De inspecteur stuurde hem daarom formulieren om aangifte te doen. De man stelde dat hij als voortvluchtige maar kort in Nederland was verbleven en geen Nederlands inkomen had. Het contante geld zou hij hebben verdiend met de exploitatie van pizzeria’s in Duitsland. De fiscus geloofde dit niet en legde de man aanslagen inkomstenbelasting op. De man tekende hiertegen bezwaar en beroep aan.
Voldaan aan informatieplicht
De inspecteur stelde voor het hof dat de man niet had voldaan aan zijn aangifte- en informatieplicht. Volgens de fiscus leidde dit tot omkering en verzwaring van de bewijslast. Maar het hof concludeerde dat de man had gemotiveerd waarom hij niet belastingplichtig was. Verder had de inspecteur geen informatiebeschikking opgesteld. Omkering van de bewijslast was daarom niet aan de orde. Ook vond het hof het aannemelijk dat de man als voortvluchtige niet lang in Nederland had gewoond. Hij had niet de Nederlandse nationaliteit, was niet in Nederland ingeschreven en zijn vrouw was achtergebleven in Italië. Aangezien de inspecteur niet aannemelijk kon maken dat de man in Nederland inkomen had verworven en de man evenmin binnenlands belastingplichtig was, was geen sprake van een belastbaar inkomen. Het hof vernietigde dan ook de aanslagen inkomstenbelasting.
Wet: artikel 7.1 IB 2001 en artikelen 4, eerste lid , 27e en 52a AWR
Meer informatie: Bron: Hof Amsterdam, 14 november 2013 (gepubliceerd 27 november 2011), ECLI:NL:GHAMS:2013:4084
Geef een reactie