Het is niet mogelijk een regeling te maken specifiek voor grensondernemers die hard geraakt zijn door de coronacrisis. Dit schrijft minister Koolmees in een brief aan de Tweede Kamer.
Grensondernemers, woonachtig in België of Duitsland, met een onderneming in Nederland komen noch voor een Tozo-uitkering voor levensonderhoud (bijstand) in Nederland noch voor een vergelijkbare uitkering in hun woonland België of Duitsland in aanmerking.
Koolmees heeft een groot aantal mogelijkheden (opnieuw) laten onderzoeken om invulling te geven aan de wens van de Kamer om deze groep grensondernemers tegemoet te komen. De verkenning heeft duidelijk gemaakt dat het niet mogelijk is om een regeling te maken alleen voor grensondernemers woonachtig in België en Duitsland, die de onderneming in Nederland drijven.
Het meest principiële bezwaar tegen een financiële tegemoetkoming voor grensondernemers is dat op grond van het Europese recht en het gelijkheidsbeginsel niet alleen maar steun kan worden verleend aan grensondernemers in België en Duitsland. Iedere regeling zou moeten gelden voor alle EU-burgers, die niet in Nederland verblijven, maar wel een onderneming in Nederland hebben en hier belasting betalen. Ook mag een maatregel geen ongelijke behandeling opleveren ten opzichte van ondernemers die inwoner zijn van Nederland en daar een onderneming drijven. Aan elke optie –ook aan de juridisch minst kwetsbare optie- kleven dus veel en aanzienlijke risico’s.
Gevolgen voor export van bijstand
Als de optionele regeling toch als bijstandsverstrekking voor levensonderhoud zou worden gezien, heeft dit mogelijk gevolgen voor export van bijstand. Ook kan deze optionele regeling leiden tot klachten en juridische procedures, met als verschil dat invoering dan al zou hebben geleid tot export naar het buitenland.
Bezien is of via diplomatieke weg met Duitsland en België bilaterale afspraken gemaakt kunnen worden om hen ertoe te bewegen sociale bijstand te verschaffen aan de groep grensondernemers die daar woonachtig is, bijvoorbeeld door de inrichting van hun covid-19 gerelateerde regelingen. Ondanks grote inspanning vanuit Nederlandse zijde ligt het niet in de lijn der verwachtingen dat Duitsland en België alsnog bereid zijn over gaan tot aanpassingen van hun regelingen.
TVL en NOW
Koolmees wijst tenslotte nog op de mogelijkheid voor ondernemers om in aanmerking komen voor een lening voor bedrijfskapitaal van maximaal € 10.157 tegen een verlaagd rentepercentage. Daarnaast kunnen zij – indien zij aan de voorwaarden voldoen – in aanmerking komen voor de TVL, en begeleiding bij een tijdelijke stop van de onderneming (TOA). Ondernemers die mensen in dienst hebben die in Nederland sociaal verzekerd zijn, kunnen een beroep doen op de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). Ook zijn er maatregelen getroffen voor ondernemers in Nederland met betrekking tot extra kredietfaciliteiten, zoals Qredits, en in de belastingsfeer (zoals uitstel van betaling van belastingschulden).
Bron: Brief Minister SZW over situatie grensondernemers, 27 mei 2021
Geef een reactie