Wie met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst sluit over het verwerken van bepaalde inkomsten in de aangifte en zich daar niet aan houdt, kan een navorderingsaanslag niet met succes voor de rechter bestrijden. Dit heeft Hof Den Bosch beslist.
Als het voor een belastingplichtige bij het ontvangen van de primitieve (eerste) aanslag duidelijk moet zijn geweest dat de inspecteur geen rekening heeft gehouden met de inhoud van de vaststellingsovereenkomst, kan deze niet stellen dat geen sprake is van een nieuw feit of dat wel sprake is van een ambtelijk verzuim. De inspecteur mag dan een navorderingsaanslag opleggen om de belastingheffing in overeenstemming te brengen met het fiscaal compromis. Het hof verwees hiermee naar een arrest van de Hoge Raad van 2 juni 1993 (nr. 28294). In de zaak voor het hof ging het om een man die in de jaren 2000 tot en met 2005 winstafhankelijke uitkeringen had ontvangen van zijn voormalige werkgever en met die werkgever en de Belastingdienst had afgesproken dat die uitkeringen in de aangifte inkomstenbelasting zouden worden verwerkt. Maar de ex-werknemer kwam die afspraak niet na.
Wet: artikel 16, lid 1 AWR
Meer informatie: Hof Den Bosch, 22 september 2011 (gepubliceerd 19 december 2011), LJN: BU8496
Geef een reactie