Op 7 maart 2013 heeft het Hof van Justitie van de EU in het zogeheten Fuchs-arrest geoordeeld dat de eigenaren van zonnepanelen onder voorwaarden kwalificeren als btw-ondernemers. Deze uitspraak kan die eigenaren toegang geven tot btw-aftrek. Een recente uitspraak van Hof Amsterdam lijkt echter roet in het eten te strooien.
Het probleem doet zich voor als de ondernemer ruim vóór 7 maart 2013 de zonnepanelen heeft aangeschaft en enige tijd na het Fuchs-arrest (zie: ‘Zonnepaneel brengt btw-ondernemerschap’) pas aangifte doet. Hof Amsterdam wijst namelijk op de regel dat een verzoek om btw-teruggaaf moet geschieden op de aangifte over het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan. Wie na afloop van dit tijdvak nog geen uitnodiging heeft gekregen van de inspecteur om aangifte te doen, moet vóór het tijdstip waarop hij de btw moet voldoen de inspecteur verzoeken om zo’n uitnodiging tot aangifte. Volgens het hof geeft dat de ondernemer één maand na afloop van het desbetreffende tijdvak (in deze zaak een kwartaal).
Verstreken tijdvak
In de zaak voor het hof had een man op 1 september 2012 zonnepanelen gekocht. Op 3 april 2013 kreeg hij een aangiftebiljet omzetbelasting uitgereikt, dat hij vier dagen later indiende. Het hof oordeelde dat de man uiterlijk 31 oktober 2012 om een uitnodiging tot het doen van aangifte had moeten verzoeken. Hoewel de man tijdig had voldaan aan het verzoek van de belastingdienst om aangifte te doen, betekende dit volgens het hof niet dat de man tijdig de btw had afgedragen of tijdig een teruggaafverzoek had ingediend. Een andere opvatting zou volgens het hof ertoe leiden dat men ook over al lang verstreken tijdvakken om een btw-teruggaaf kan vragen.
Wet: artikelen 7 en 31, eerste lid Wet OB 1968 en artikel 10, tweede lid AWR
Regeling: artikelen 3, eerste lid en 25 Uitv.reg. AWR 1994
Meer informatie: Hof Amsterdam, 24 november 2015 (gepubliceerd 2 december 2015), ECLI:NL:GHAMS:2015:4966
Geef een reactie