Wie btw op een factuur vermeldt is verplicht deze af te dragen. Dit geldt ook voor de ondernemer die facturen uitreikt voor prestaties die in werkelijkheid niet hebben plaatsgevonden. De ondernemer heeft echter in dat geval geen recht op btw-teruggaaf, zo oordeelde de Hoge Raad.
Een ondernemer kan de fiscus verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting als een vergoeding voor een geleverde prestatie of goed niet is of niet zal worden betaald. Blijkt echter geen sprake te zijn van een prestatie, dan heeft de ondernemer geen recht op btw-teruggaaf. Dit was precies het geval in de zaak voor de Hoge Raad. Volgens de Hoge Raad had de bv in kwestie de schijn gewekt tegenover een ander een levering of een dienst te hebben verricht of te gaan verrichten en een factuur aan die ander uitgereikt waarmee hij deed alsof hij voor die vermeende prestatie een vergoeding in rekening bracht. De facturen waren namelijk alleen uitgereikt met het doel om op valse gronden bedragen van de Belastingdienst te ontvangen. De bv had geen vordering op de ondernemers die de facturen hadden ontvangen en er was evenmin sprake was van een vergoeding voor geleverde prestaties. De rechter oordeelde dat de fiscus het teruggaafverzoek terecht had afgewezen.
Wet: artikel 29 en 37 Wet OB 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 14 september 2012, LJN: BX7197, 11/05490
Geef een reactie