Er is geen btw verschuldigd over een gemeentelijke schadeloosstelling ontvangen door een bedrijf dat genoodzaakt is haar onderneming te verplaatsen vanwege een voorgenomen bestemmingswijzigingsplan. Zo heeft Rechtbank Den Haag beslist.
Een transport- en expeditiebedrijf kreeg van de gemeente een schadeloosstelling van ruim € 3,3 miljoen als bijdrage in de te plegen investeringen als gevolg van de bedrijfsverplaatsing. Het bedrijf was namelijk gevestigd binnen het ontwikkelingsgebied Rivierzone. Rechtbank Den Haag oordeelde dat het bedrijf geen omzetbelasting was verschuldigd over de schadeloosstelling, omdat geen sprake was van een levering of dienst onder bezwarende titel. De gemeente had bij het verstrekken van de schadeloosstelling immers geen goederen of diensten voor eigen gebruik verworven, maar gehandeld in het algemeen belang, namelijk ten behoeve van de herontwikkeling van het gebied Rivierzone. Het bedrijf had geen voordeel verstrekt waarvoor de schadeloosstelling de vergoeding zou kunnen vormen. De stelling van de inspecteur dat sprake was van een dienst aan de gemeente bestaande uit de bedrijfsverplaatsing, mocht niet baten. Het bedrag van de schadeloosstelling was namelijk niet bepaald door de reële waarde van de door de inspecteur gestelde dienst van de bedrijfsverplaatsing, maar in hoofdzaak door de na de verplaatsing te maken kosten. Nu een rechtstreeks verband tussen de vergoeding en dienst ontbrak, hoefde belanghebbende geen btw te voldoen over de schadeloosstelling.
Wet: artikel 3 en artikel 4 Wet op de omzetbelasting 1968
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 5 november 2015 (gepubliceerd op 30 december 2015), ECLI:NL:RBDHA:2015:13073
Geef een reactie