De plicht van de opdrachtgever om loon uit te betalen is een van de voorwaarden voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking. Een bemiddelingsbureau dat aan de opdrachtnemer geen loon hoeft uit te betalen, is volgens Hof Amsterdam niet de werkgever van de opdrachtnemer.
Een vrouw werkte als ziekenverzorgende. Zij stelde dat zij dat deed via haar eenmanszaak, maar de inspecteur had zo zijn twijfels. Bij zeker twee opdrachtgevers was volgens hem sprake van een dienstbetrekking. Het hof oordeelt dat maar een van deze twee opdrachtgevers is aan te merken als een werkgever van deze vrouw. De andere opdrachtgever, een bemiddelingsbureau, is geen werkgever vanwege het ontbreken van een loonbetalingsverplichting. Het bureau bemiddelde wel tussen de vrouw en een zorgvrager en verzorgde ook de facturering. Maar de zorgvrager betaalde direct aan de vrouw. De vrouw kon zelfs het bemiddelingsbureau nooit aansprakelijk stellen voor de betaling van de declaraties. Overigens meent het hof dat de vrouw haar werkzaamheden voor de zorgvrager evenmin heeft verricht in het kader van een onderneming. Hier is sprake van resultaat uit overige werkzaamheden.
Wet: art. 2, eerste lid Wet LB 1964, art. 7:610 BW en art. 3.90 Wet IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam 18 september 2018 (gepubliceerd 26 september 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3368
Geef een reactie