Onder voorwaarden kunnen ondernemers hun IB-onderneming inbrengen in een bv zonder dat zij daarbij moeten afrekenen over de stille reserves in de overgedragen activa. De inspecteur mag daarbij een buitenlandse belastingplichtige geen aanvullende voorwaarde opleggen die zwaarder is dan de voorwaarden voor Nederlandse belastingplichtigen.
Voor de toepassing van de geruisloze inbreng in de bv moeten de oprichters van de bv in ieder geval een aandelenbelang in de bv hebben dat overeenkomt met het belang dat zij hadden in de IB-onderneming. De inspecteur mag ook aanvullende voorwaarden stellen. De staatssecretaris van Financiën heeft daarom in een besluit negen standaardvoorwaarden bekend gemaakt. Dit besluit bevat bovendien een extra voorwaarde voor buitenlandse aandeelhouders om claimverlies te voorkomen. Deze voorwaarde stelt dat de doorschuiving niet geldt voor zover de aanmerkelijk belangclaim, die ontstaat door toepassing van de geruisloze doorschuiving, niet kan worden geëffectueerd. Deze extra voorwaarde heeft als effect dat het uitstel van betaling voor de heffing over de aanmerkelijk belangclaim ook eindigt als de feitelijke leiding van de bv naar het buitenland wordt verplaatst. Bovendien verliest de Belastingdienst onder voorwaarden na tien jaar zijn claim op binnenlandse belastingplichtigen, terwijl dit niet geldt voor de claim op buitenlandse belastingplichtigen. Hof Arnhem heeft geoordeeld dat de voorwaarde voor buitenlandse aandeelhouders strenger is dan voor Nederlandse aandeelhouders. Daardoor is de extra voorwaarde in strijd is met het Europees recht.
Wet: artikel 3.65 IB 2001
Besluit: Besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M
Meer informatie: Hof Arnhem, 8 mei 2012 (gepubliceerd 22 mei 2012), LJN: BW6260
Geef een reactie