Staatssecretaris Weekers heeft goedkeuring verleend om vergoedingsvorderingen zoals bepaald in het huwelijksvermogensrecht fiscaal buiten beschouwing te laten. In de aangifte inkomstenbelasting hoeven deze dan ook niet te worden aangegeven.
De bepalingen rondom vergoedingsvorderingen tussen echtgenoten zijn met de komst van het nieuwe huwelijksvermogensrecht in 2012 gewijzigd (artikel 1:87 BW). De regeling ziet op vergoedingsvorderingen die ontstaan als de ene echtgenoot een goed verkrijgt dat tot zijn eigen vermogen zal behoren en dat ten laste komt van het vermogen van de andere echtgenoot. Deze andere echtgenoot heeft dan recht op vergoeding.
Vooruitlopend op de definitieve analyse van de gevolgen van deze bepalingen, wordt voor zover nodig goedgekeurd dat voor de inkomstenbelasting geen overdracht of ontstaan van een fiscaal relevant belang bij het goed zelf wordt aangenomen bij een vergoeding als bedoeld in artikel 1:87 BW. Deze goedkeuring is alleen van toepassing als beide echtgenoten hetzelfde standpunt innemen en dus beiden ervan uitgaan dat voor de inkomstenbelasting geen fiscaal relevant belang overgaat. Dat betekent dat in de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2012 geen inkomen behoeft te worden aangegeven dat voortvloeit uit het ontstaan van een vergoedingsrecht. Dat geldt zowel voor de echtgenoot die recht heeft op de vergoeding als degene die de plicht tot vergoeding heeft. Dit besluit werkt terug tot 1 januari 2012.
Meer informatie: BLKB2013 233, VPBWI, Besluit over gevolgen huwelijksvermogensrecht
Geef een reactie