Het heffingvrije vermogen houdt verband met de fiscale draagkracht van de belastingplichtige en is geen brongebonden aftrekpost. Een buitenlands belastingplichtige met box 3-vermogen kan er dan ook geen beroep op doen, oordeelde de Hoge Raad.
Het ging in deze zaak om een inwoner van Duitsland met Nederlands beleggingsvermogen. Hij verdiende minder dan 90% van zijn gezinsinkomen in Nederland en was buitenlands belastingplichtige. In zijn Nederlandse aangifte inkomstenbelasting paste hij in box 3 het heffingvrije vermogen toe. Volgens hem was sprake van een brongebonden aftrekpost waarop hij ook als buitenlands belastingplichtige recht had. De rechter oordeelde echter dat de aftrek niet aanknoopt bij een activiteit van de belastingplichtige of bij (de exploitatie van) bepaalde vermogensbestanddelen. De aftrek houdt dus geen verband met bepaalde inkomsten of met een bron waarmee de aftrek onlosmakelijk verbonden zou zijn. De belastingplichtige kreeg dus ongelijk en mocht het heffingvrije vermogen niet toepassen.
Wet: artikel 5.5 IB 2001
Meer informatie: Hoge Raad, 9 december 2011, LJN: BT14514
Geef een reactie