Iemand kan alleen als een pleegkind voor de erfbelasting worden aangemerkt als aan de strikte wettelijke eisen wordt voldaan. Hij/zij moet tenminste vijf jaar uitsluitend door de ‘pleegouder(s)’ zijn onderhouden en opgevoed.
Een vrouw is door een weduwnaar benoemd tot zijn erfgenaam voor de helft van de nalatenschap. Hij legateert aan haar verder alle tot de nalatenschap behorende roerende zaken en zijn huis, als zij de waarde hiervan in de nalatenschap inbrengt. De vrouw is geen familie van de weduwnaar of zijn overleden echtgenote, en haar ouders leven nog steeds. In de aanslag erfbelasting wordt rekening gehouden met de vrijstelling voor ‘overige verkrijgers’ van € 2.208, en de tarieven voor ‘overige gevallen’. De vrouw stelt in bezwaar dat zij als een pleegkind moet worden behandeld, en dus recht heeft op de kindvrijstelling van € 20.946 en toepassing van de bijbehorende lagere tarieven.
Geen recht op kindvrijstelling en Tariefgroep I
Rechtbank Noord-Holland volgt de inspecteur. De vrouw maakt niet aannemelijk dat zij tenminste vijf jaar uitsluitend door het echtpaar als een eigen kind is onderhouden en opgevoed. Zij heeft na vragen van de inspecteur verklaard dat het echtpaar een groot deel van haar levensonderhoud betaalden, en dat haar ouders beperkt bijdroegen. Op de zitting heeft zij nog verteld dat haar ouders kosten voor hun rekening namen als zij daar af en toe in het weekend verbleef, maar het kan ook zijn dat zij nooit iets voor haar kochten. Het is hier alleen van belang of zij voldoet aan de wettelijke eisen voor aanmerking als een pleegkind. Het maakt niet uit of de vrouw, zoals de huisarts en de toenmalige buurvrouw bevestigen, een bijzondere en hechte band had met het echtpaar en dat zij haar als hun dochter beschouwden.
Geef een reactie