Voor het toepassen van een lager gebruikelijk loon voor een dga heeft de bv toestemming nodig van de fiscus. Laat de fiscus niets van zich horen, dan is het aan de bv om te achterhalen of haar verzoek überhaupt is ontvangen. Zij mag bij het uitblijven van een reactie op haar verzoek niet zomaar aannemen dat haar verzoek is gehonoreerd.
In beginsel moeten bv´s voor wat betreft het loon van hun dga´s uitgaan van het gebruikelijk loon (2012: € 42.000). Het is echter onder voorwaarden mogelijk hiervan af te wijken. In een zaak voor Rechtbank Breda had een bv een verzoek ingediend bij de Belastingdienst om een lager gebruikelijk loon in aanmerking te nemen voor haar twee dga’s. In haar verzoek had zij opgenomen dat zij het gebruikelijk loon niet kon betalen, omdat zij een startend bedrijf was. Nu de inspecteur niet op haar verzoek had gereageerd, ging zij ervan uit dat de fiscus daarmee akkoord ging. De inspecteur stelde echter dat hij het verzoek nooit had ontvangen en legde daarom naheffingsaanslagen op aan de bv voor de loonheffing van de twee dga’s. Hij paste bij de oplegging van die naheffingsaanslagen geen brutering toe bij wijze van eindheffing. Hij ging ervan uit dat de bv toen al de belasting en premie voor haar rekening had genomen. Volgens de inspecteur kon de bv niet aannemelijk maken dat op het moment dat de dga het loon genoot, zij de belasting en premie feitelijk en juridisch op de dga’s kon verhalen. De rechtbank oordeelde dat de fiscus terecht de te weinig ingehouden en afgedragen loonheffingen had nageheven. De bv had bijvoorbeeld haar brief moeten voorzien van haar naw-gegevens en/of fiscaal nummer, zodat zij contant kon opnemen met de inspecteur om in ieder geval de ontvangst van de brief te kunnen controleren. De bv kon bovendien haar stelling dat zij het gebruikelijk loon niet kon betalen, omdat daarmee de continuïteit van het bedrijf in gevaar zou komen niet voldoende onderbouwen.
Meer informatie: Rechtbank Breda, 3 augustus 2012, (gepubliceerd 4 oktober 2012), LJN: BX9152
Geef een reactie