Een dwangsom wegens het overschrijden van de termijn voor het nemen van een beslissing op bezwaar kan volgens Hof Amsterdam niet als uit een dienstbetrekking genoten loon worden aangemerkt. Ook niet als de belastingplichtige een ambtenaar is.
Een militair van de Koninklijke Luchtmacht wilde niet dat zijn dienverplichting werd aangepast en maakte daar bezwaar tegen bij de minister van Defensie. Op dit bezwaar besliste de minister niet op tijd, waardoor de militair een dwangsom van € 100 verbeurde die in december 2014 werd uitbetaald. Op deze dwangsom werd loonheffing ingehouden. Met deze inhouding was de militair het niet eens.
Loonbegrip
Volgens Hof Amsterdam blijkt uit de wetsgeschiedenis inzake de werkkostenregeling dat het loonbegrip is verruimd, maar dat het begrip niet zo ruim is dat alles wat de werknemer van de werkgever krijgt loon is. Daarvoor blijft van belang dat er een verband is tussen loon en de dienstbetrekking zoals blijkt uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie. Uit de wetsgeschiedenis bij artikel 4:17 Awb blijkt dat dit artikel vooral bedoeld is om alle belanghebbenden een effectiever rechtsmiddel te geven tegen te trage besluitvorming door bestuursorganen. Er kan een dwangsom worden opgelegd als de wettelijk voorgeschreven termijnen niet worden nageleefd.
Ambtenaren die bezwaar hebben gemaakt en die worden geconfronteerd met overschrijding van de beslistermijn, zijn niet anders dan willekeurig ieder andere belanghebbende. Volgens het hof is de dwangsom aan de militair toegekend omdat een bestuursorgaan in gebreke is gebleven door niet op tijd op het bezwaar te beslissen. Een dergelijke dwangsom kan naar het oordeel van het hof niet als uit de dienstbetrekking genoten loon worden aangemerkt. De omstandigheid dat de militair een ambtenaar is waardoor de afhandeling van zijn bezwaar volgens de regels van de Awb verloopt, rechtvaardigt geen ander oordeel. Er is ten onrechte loonheffing ingehouden.
Wet: art. 10 lid 1 Wet LB 1964, art. 4:17 Awb
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam 20 maart 2018 (gepubliceerd 11 april 2018) ECLI:NL:GHAMS:2018:1151
Geef een reactie