Duurt een procedure over een fiscaal geschil te lang dan bestaat recht op een immateriële schadevergoeding. Deze schadevergoeding kan de rechter matigen bij een aantal belanghebbenden die samen een procedure voeren of bij zaken van verschillende belanghebbenden die gezamenlijk zijn behandeld.
Een B.V. hield zich bezig met het inlenen van personeel. De uitlener betaalde de verschuldigde loonheffingen niet en daarom stelde de ontvanger de B.V. aansprakelijk voor de verschuldigde loonheffingen van de uitlener. De inlener maakte op 9 november 2004 bezwaar, waarop de ontvanger op 28 april 2006 uitspraak deed. Vervolgens stelde de inlener beroep in tegen deze uitspraak op 28 mei 2006 en deed de rechtbank uitspraak op 27 september 2010. Een maand later ging de inlener in hoger beroep, waarna het hof op 17 september 2015 uitspraak deed. In geschil is de hoogte van de vergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn. Hof Arnhem-Leeuwarden verwijst voor zijn motivering naar het overzichtsarrest van de Hoge Raad van 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:252, zie hierover: ‘Overzichtsarrest over vergoeding immateriële schade wegens overschrijding redelijke termijn’.
Tussen de uitspraak door het hof op 17 september 2015 en het indienen van het bezwaarschrift op 9 november 2004, zat een periode van 130 maanden en 8 dagen. De redelijke termijn bedraagt bij een hoger beroep 48 maanden. Dat betekende een overschrijding van 82 maanden en 8 dagen. De vergoeding bedraagt daarom 14 x € 500 per zes maanden, derhalve € 7.000.
Geen matiging vergoeding
Voor matiging van de vergoeding is volgens het hof geen plaats. Er is geen sprake van samenhang van deze kwestie over aansprakelijkstelling voor niet betaalde loonheffingen met andere zaken van het concern waarvoor het hof ook op dezelfde dag uitspraak deed. Deze zaken hadden betrekking op inkomsten- en vennootschapsbelasting vanwege winstverschuivingen in internationale verhoudingen. Het hof kende aan de B.V. de volledige vergoeding toe.
Wet: Art. 8:88 AWB
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 3 januari 2018 (gepubliceerd op 12 januari 2018), ECLI:NL:GHARL:2018:110
Geef een reactie