Sommige bedrijfsmiddelen vergemakkelijken het gebruik van milieubedrijfsmiddelen, maar zijn strikt genomen niet noodzakelijk om de milieubedrijfsmiddelen te kunnen gebruiken. Een ondernemer kan geen milieu-investeringsaftrek (MIA) claimen voor investeringen in de eerstgenoemde bedrijfsmiddelen. Dit blijkt uit de volgende uitspraak voor Hof Amsterdam.
Een man dreef samen met zijn broer via een maatschap een bloembollenbedrijf. De maten investeerden onder andere in hydrotrays, een systeem waarin zij op milieuvriendelijke wijze bloembollen konden laten broeien. Daarnaast investeerden zij in hydrotray-dragers: containers waarin zij de hydrotrays konden plaatsen. De ondernemer vroeg voor beide investeringen de MIA aan. Het beoordelingsinstituut Senter Novem merkte echter alleen de hydrotrays zelf aan als bedrijfsmiddelen, zodat de maten geen MIA kregen voor de hydrotray-dragers. Hof Amsterdam vond dit correct. De hydrotray-dragers maakten het gebruik van de hydrotrays wel gemakkelijker, maar het productieproces kon technisch gesproken zonder de hydrotray-dragers plaatsvinden. Bovendien vervulden de hydrotray-dragers ook andere functies in het primaire productieproces, zoals het vervoer van uitgebroeide tulpenbollen naar de plukhal. De dragers vervulden in de onderneming een min of meer zelfstandige functie. Bovendien kon de ondernemer niet stellen dat de hydrotray-dragers kleine voorzieningen waren die de hydrotrays compleet maakten. De prijs van de dragers overtrof namelijk de prijs van de hydrotrays zelf.
Wet: artikel 3.42a, tweede lid IB 2001
Meer informatie: Hof Amsterdam, 2 augustus 2012 (gepubliceerd 10 oktober 2012), LJN: BX9641
Geef een reactie