In een feitelijke procedure besliste Rechtbank Leeuwarden dat summiere informatie op het aanslagbiljet over de (onjuist) toegepaste tariefgroep geen kenbare schrijf- of tikfout was.
Bij een aangifte successierecht (tegenwoordig erfbelasting) voegde een kandidaat-notaris een kopie van het testament bij. Daaruit had de inspecteur kunnen opmaken dat het ging om een erfrechtelijke verkrijging door een man van zijn overleden tante. Hij stelde de aanslag echter vast met toepassing van tariefgroep II (voor onder andere broers, zusters en ouders) in plaats van de hogere tariefgroep III (voor andere verkrijgers). De inspecteur kon niet alsnog navorderen nadat hij de fout had ontdekt. Er was volgens de rechter geen sprake van een schrijf-, reken- of intoetsfout die voor de erfgenaam kenbaar moest zijn. De man had namelijk niet op het aanslagbiljet kunnen zien dat de inspecteur er bij de toepassing van de tariefgroep – onterecht – van was uitgegaan dat hij de broer van de overledene was.
Wet: artikel 16 AWR
Meer informatie: Rechtbank Leeuwarden, 15 december 2011, LJN: BU2959 > 15 dec. 2008, gepubliceerd 1/11/2011
Geef een reactie