Rechtbank Haarlem heeft bepaald dat de verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar niet geldt voor verzwegen Nederlands inkomen dat naar het buitenland is gesluisd.
De wet bepaalt dat de Belastingdienst twaalf jaar de tijd heeft om een navorderingsaanslag op te leggen over 'een voorwerp van enige belasting dat in het buitenland wordt gehouden of is opgekomen'. De inspecteur meende op basis van deze omschrijving dat hij ook twaalf jaar mag doen over het navorderen van de belasting over verzwegen inkomen, dat in Nederland is verdiend en vervolgens gestort is op een buitenlandse rekening. De rechtbank heeft beslist dat deze uitleg onjuist is.
De verlengde navorderingstermijn geldt alleen voor inkomenscorrecties in box 1 en 2 op buitenlands inkomen en voor vermogenscorrecties in box 3 op buitenlands vermogen. In de desbetreffende zaak hadden twee ondernemers vanaf 1997 een deel van hun Nederlandse winst verzwegen en gestort op een bankrekening in Luxemburg. Er was dus geen sprake van in het buitenland opgekomen inkomen, zodat de inspecteur maar vijf jaar mocht doen over de navorderingsaanslag in verband met de winstcorrecties. Hij mocht twaalf jaar doen over de correcties van de vermogensbelasting/box 3-belasting, omdat de ondernemers wel vermogen in het buitenland hadden aangehouden. Omdat de vijfjaarstermijn was verstreken, paste de rechtbank forse verminderingen toe op de navorderingsaanslagen.
Wet: artikel 16, vierde lid AWR
Meer informatie: Bron: Rechtbank Haarlem, 13 december 2011 (gepubliceerd 9 februari 2012), LJN: BV3482
Geef een reactie